Eerder blogde ik al over het in stand laten door het College van Beroep voor het bedrijfsleven van het besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 11 november 2014. In dat besluit wordt het (simpel gezegd) Uber verboden om haar dienst UberPOP aan te bieden in Nederland, voor zover daarbij chauffeurs zonder taxivergunning de dienst verlenen. Het besluit bevat een dwangsom van EUR 10.000,= per geconstateerde overtreding van het voornoemde verbod, tot een maximum van EIR 100.000,=. Het verbod geldt voor een duur van 2 jaar.
De uitspraak van het CBb was net een week oud toen op 17 december 2014 de Inspectie Leefomgeving en Transport (wederom) een overtreding heeft geconstateerd. Dit betekent dus dat Uber EUR 10.000,= moet betalen. Hoewel Uber naar aanleiding van de uitspraak van het CBb direct liet weten door te gaan met UberPOP, gaf Uber op een technologieconferentie in München aan dat 2015 het jaar wordt van de verregaande samenwerking met Europese overheden.
Heeft Uber wellicht wat goede voornemens voor 2015 of zal zij haar tactiek “de wet overtreden totdat de wet wordt aangepast” toch blijven voortzetten?