Privacy is hot en steeds vaker wordt privacy als argument gebruikt in procedures. Dat het privacy-argument zeker niet altijd slaagt, blijkt ook uit de tuchtrechtprocedure tussen een franchisenemer en de advocaat van de wederpartij.
De advocaat staat een modeketen bij in een procedure tegen de franchisenemer van de modeketen. De Hoge Raad wijst een arrest in het geschil en de advocaat publiceert het arrest ongeanonimiseerd op de website van zijn kantoor. De franchisenemer is hier niet blij mee en een klacht volgt. De advocaat zou de privacy van de franchisenemer hebben geschonden en de advocaat heeft geen melding gemaakt van datalekken.
De Raad van Discipline gaat niet mee in de bezwaren van de franchisenemer. Het geschil tussen de franchisenemer en de modeketen is namelijk een zakelijk geschil en in het arrest zijn geen (gevoelige) privégegevens van de franchisenemer genoemd. Het geschil is in het openbaar behandeld en diverse media, waaronder een landelijke krant, hebben de namen van partijen genoemd. Ook is de franchisenemer in het geschil (grotendeels) in het gelijk gesteld. Er zijn geen zwaarwegende gronden die meebrengen dat ongeanonimiseerd publicatie achterwegen moet blijven. Het stond de advocaat daarom vrij het arrest ongeanonimiseerd te publiceren, aldus de Raad.
Gelet op deze omstandigheden is er ook geen sprake van een datalek. Daarvan is sprake als derden toegang hebben gekregen tot persoonsgegevens waartoe zij geen toegang zouden hebben. Als een datalek (mogelijk) ongunstige gevolgen heeft voor de privacy van een betrokkene moet daarvan melding worden gemaakt. Van dit alles is volgens de Raad geen sprake.
Lees de beslissing hier.