020 530 0160

Techbedrijven gaan online haatuitingen bestrijden

Gepubliceerd op 8 juni 2016 categorieën ,

De Europese Commissie heeft vorige week samen met Facebook, Twitter, YouTube en Microsoft (“IT-bedrijven”) een gedragscode ontwikkeld die een aantal toezeggingen bevat om de verspreiding van illegale haatuitingen online tegen te gaan. De verspreiding van illegale haatuitingen online heeft niet alleen negatieve effecten voor de groepen of individuen waartegen deze gericht zijn, maar ook voor degenen die opkomen voor vrijheid en non-discriminatie, zo vermeldt het persbericht van de Europese Commissie. De IT-bedrijven delen samen met andere platformen en social media bedrijven een collectieve verantwoordelijkheid om de vrijheid van meningsuiting online te faciliteren en te bevorderen.

Het Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat dient als rechtsgrond voor de gedragscode, zodat het publiekelijk aanzetten tot geweld of haat tegen een groep mensen of lid van zo’n groep op basis van ras, kleur, religie, afkomst of etniciteit strafbaar kan worden gesteld. Volgens de Europese Commissie is het voor de doeltreffende toepassing van bepalingen die aanzetten tot haat strafbaar maken van belang dat – naast een solide systeem van strafrechtelijke handhaving tegen individuele haatzaaiers – social media platformen snel kunnen optreden tegen illegale haatuitingen op internet.

Met het ondertekenen van de gedragscode doen de IT-bedrijven een aantal toezeggingen om illegale haatuitingen op internet snel en effectief aan te pakken. Zo dienen de IT-bedrijven te voorzien in interne procedures om aanmeldingen te onderzoeken met betrekking tot de illegale haatuitingen. Voorts dienen zij de meerderheid van de gedane meldingen binnen 24 uur te toetsen en indien nodig te verwijderen of de toegang tot de inhoud te deactiveren. Ook dienen de IT-bedrijven te voorzien in regels of richtsnoeren om te verduidelijken dat zij het aanzetten tot geweld en haatdragend gedrag verbieden, wat moet zorgen voor bewustwording van de gebruikers over het soort inhoud dat verboden is.

Volgens Vĕra Jourová, eurocommissaris voor Justitie, Consumentenzaken en Gendergelijkheid, is door de recente terroristische aanslagen wederom duidelijk geworden dat illegale haatuitingen op internet dringend moeten worden bestreden: “Helaas maken terroristische groepen gebruik van sociale media om jongeren te ronselen en gebruiken racisten sociale media om geweld en haat te verspreiden.” Jourová noemt de gedragscode een belangrijke stap voorwaarts ‘die ertoe bijdraagt dat vrije en democratische meningsuiting op internet mogelijk blijft en dat de Europese normen en waarden worden geëerbiedigd’.

De Europese burgerrechtenorganisatie EDRi heeft kritisch op de gedragscode gereageerd. Zo zou de vrijheid van meningsuiting in het gedrang kunnen komen wanneer legale, maar controversiële inhoud verwijderd zal worden als gevolg van dit vrijwillige en ongecontroleerde neerhaalmechanisme. Ook zou deze gedragscode tussen een ‘handjevol bedrijven’ en de Europese Commissie waarschijnlijk in strijd zijn met het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, waarin is bepaald dat beperkingen van fundamentele rechten moeten zijn voorzien bij wet. Tenslotte zou er sprake zijn van gebrek aan transparantie en publieke inbreng, reden voor EDRi om zich terug te trekken uit het zogenaamde ‘EU Internet Forum’, waar de bedrijven en de Europese Commissie tevens deel van uitmaken.

Bron: europa.eu
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Nina Lodder

publicaties

Gerelateerde artikelen