Het Zweedse Hooggerechtshof heeft gisteren bepaald dat reclame tijdens films die op televisie worden uitgezonden een inbreuk is op de auteursrecht van de filmmakers. Twee Zweedse regiseeurs, Claes Eriksson en Vilgot Sjöman hadden de zaak aangespannen tegen TV4, het grootste commerciële station van Zweden.
Het hof oordeelde dat de kijkervaring door reclame wordt verstoord, zelfs als de reclames op een breekpunt in de film worden vertoond. Tevens wordt de film door de reclames langer dan de regisseurs hadden bedoeld. De commerciële belangen wegen volgens het hof niet op tegen de rechten van de makers om te bepalen hoe hun werken worden vertoond. De literaire of artistieke reputatie van de regisseurs werd volgens het hof echter niet aangetast door de reclames.
Volgens de Europese Richtlijn voor Audiovisuele Mediadiensten mogen films die op televisie worden uitgezonden na dertig minuten onderbroken worden door reclame (artikel 11 lid 2). Volgens Egbert Dommering van het Instituut voor Informatierecht is het de vraag of de richtlijn wel in overeenstemming is met de persoonlijkheidsrechten van de filmmakers die beschermen tegen de aantasting van hun werk.
In het vervolg is in Zweden dus eerst toestemming van de filmmakers vereist voordat er reclame tijdens hun films mogen worden vertoond.
Lees hier het hele bericht.