020 530 0160

Rechtspraak: geen recht op kopieën van e-mails gerechtsdeurwaarders

Gepubliceerd op 24 december 2019 categorieën ,

Op 10 oktober 2019 (gepubliceerd op 20 december 2019) heeft de rechtbank Den Haag geoordeeld dat een betrokkene, in het kader van een inzageverzoek onder de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), geen recht heeft op verkrijging van integrale kopieën van e-mails die zich bij de gerechtsdeurwaarder bevinden.

In 2018 heeft de betrokkene een inzageverzoek gedaan bij een gerechtsdeurwaarder. Als reactie op het inzageverzoek heeft de gerechtsdeurwaarder een overzicht verstrekt van persoonsgegevens die van de betrokkene worden verwerkt. De gegevens verwerkt de gerechtsdeurwaarder om een openstaande vordering van de opdrachtgever te incasseren bij de betrokkenen. Het overzicht zag er ongeveer als volgt uit:

Naam [verzoeker]

Woonadres

Adres: [adres]

PC/plaats: [plaats 2]

Land: [land]

Post-/ zaakadres

Adres: [postadres]

PC/plaats: [postcode+plaats]

Contactgegevens:

Email: [e-mailadres]

Mobiel: [nummer 1]

Overige persoonsgegevens

Geslacht: [geslacht]

Geboortedatum: [geboortedatum]

Bevolkingsregister-nummer ( […] ): [nummer 2]

BSN: [nummer 3]

Werkgever(s)

(Voormalige) werkgevers [B.V. I]

[B.V. II]

De betrokkene stelt echter dat het verkregen overzicht niet voldoet aan de vereisten van (artikel 15 van) de AVG. De betrokkene verzoekt de gerechtsdeurwaarder om (ook) een kopie van de gegevens zelf te verstrekken. De betrokkene verzoekt de gerechtsdeurwaarder om een kopie van een e-mail aan de gerechtsdeurwaarder waarin hij opdracht geeft tot het aanvragen van het faillissement van de betrokkene en een kopie van de e-mail aan een advocaat met de opdracht om het hoger beroep te behandelen.

Artikel 15 AVG bepaalt ten eerste dat de betrokkene het recht heeft om van de verwerkingsverantwoordelijke uitsluitsel te verkrijgen over het al dan niet verwerken van hem betreffende persoonsgegevens en, wanneer dat het geval is, om inzage te verkrijgen van die persoonsgegevens. Artikel 15 lid 3 AVG geeft recht op verstrekking van een kopie van de persoonsgegevens die worden verwerkt.

Zoals ook de rechtbank overweegt, is in de AVG geen bepaling is opgenomen waarin staat dat de betrokkene recht heeft op het verstrekken van een kopie van de bescheiden waarin de persoonsgegevens zijn verwerkt. Het recht op inzage betekent dan ook niet dat de betrokkene zonder meer recht heeft op inzage in of kopieën van de stukken of dossiers als zodanig als daarin zijn persoonsgegevens voorkomen.

De AVG bepaalt wel dat de betrokkene het recht heeft op een volledig overzicht, in begrijpelijke vorm, van alle persoonsgegevens. Dat wil zeggen in een vorm die de betrokkene in staat stelt kennis te nemen van zijn gegevens en te controleren of zij juist zijn en zijn verwerkt in overeenstemming met de AVG. Voor zover daaraan kan worden voldaan met een andere vorm van verstrekking kan de betrokkene aan de AVG niet het recht ontlenen om een afschrift te verkrijgen van het originele document of bestand waarin de gegevens staan. Of daadwerkelijk stukken moeten worden verstrekt is daarom afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

De rechtbank erkent dat als in een document niet alleen NAW-gegevens staan, maar ook meerdere feitelijke en waarderende gegevens over eigenschappen of gedragingen van personen, dergelijke gegevens moeilijk kunnen worden opgenomen in een overzicht. Met een verwijzing naar eerdere rechtspraak, oordeelt de rechtbank dat een betrokkene in beginsel dan ook recht op een (eventueel deels zwartgemaakte) kopie van de documenten waarin die gegevens zijn opgenomen. Dit is namelijk de meest effectieve wijze waarop voldaan kan worden aan de verplichting zo volledig en duidelijk mogelijk informatie te verschaffen aan de hand waarvan de rechtmatigheid en juistheid van de gegevens kan worden gecontroleerd.

Omdat de gerechtsdeurwaarder slechts de naam van de betrokkene en een dossiernummer als persoonsgegevens heeft verwerkt in de e-mails waar de betrokkene om verzoekt kan de betrokkene op eenvoudige wijze controleren of deze persoonsgegevens juist zijn verwerkt. Daarvoor is het naar het oordeel van de rechtbank niet noodzakelijk dat de betrokkene de beschikking heeft over kopieën van deze e-mails.

De betrokkene stelt in dat verband dat hij dient te beschikken over de e-mails omdat hij wil kunnen controleren of er niet nog andere persoonsgegevens van hem in de e-mails zijn opgenomen. De rechtbank ging hier echter aan voorbij omdat er geen aanwijzingen zijn dat er nog meer persoonsgegevens zijn opgenomen in de e-mails van 17 november 2017 en 14 september 2016.

Bovendien geldt dat de gerechtsdeurwaarder artikel 15 AVG onder meer buiten toepassing kan laten en inzage kan weigeren indien dit noodzakelijk is voor de bescherming en onafhankelijkheid van de rechter en gerechtelijke procedures (artikel 41 sub f Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming – hierna: UAVG) of voor de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen (artikel 41 sub i UAVG). Nu er geen aanwijzingen zijn dat de e-mails nog andere persoonsgegevens bevatten, bestaat er geen aanleiding voor afgifte van een kopie van de volledige mails.

De rechtbank wijst er tot slot nog op dat de betrokkene met zijn nzageverzoek feitelijk beoogt integrale inzage te krijgen in de e-mails die de deurwaarder met derden heeft gewisseld, om te achterhalen in wiens opdracht de aanvraag van zijn faillissement is gedaan. Een dergelijk belang valt echter niet onder de reikwijdte van de AVG. De deurwaarde heeft in dat kader terecht gesteld dat dergelijke correspondentie vertrouwelijk is.

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Lora

publicaties

Gerelateerde artikelen