Het Hof van Justitie van de EU heeft onlangs een prejudiciële vraag beantwoord over de vraag hoe het verwarringsgevaar moet worden beoordeeld, wanneer Arabische woorden dominant in de merken aanwezig zijn.
De casus
Loufti is houder van een twee gemeenschapsmerken, onder andere ingeschreven voor levensmiddelenwaren. Loufti exporteert met name halal vleeswaren en diepvriesproducten onder de merken ‘EL BENNA’ en ‘EL BNINA’:
Meatproducts handelt ook in vleeswaren en verkoopt halal producten die worden bereid volgens islamitische voorschriften. Meatproducts heeft in 2012 het merk ‘EL BAINA’ als Benelux merk geregistreerd voor (soort)gelijke waren als die van Loufti.
Loufti was not amused: volgens Loufti maakt Meatproducts hiermee inbreuk op haar Gemeenschapsmerkrechten en zij heeft bij Meatproducts (en rechtsopvolger Halalsupply) beslag inzake namaak laten leggen op de producten die onder het merk EL BAINA werden verkocht. Meatproducts en Halalsupply hebben het beslag via een kort geding laten opheffen. Loufti heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Hof van Beroep te Brussel.
Juridisch kader en prejudiciële vraag
Op grond van artikel 9, lid 1, sub b, Gemeenschapsmerkenverordening kan een merkhouder optreden tegen het gebruik van tekens die overeenstemmen met haar merken en in het economisch verkeer gebruikt worden voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten en daardoor bij het relevante publiek (gevaar voor) verwarring kan ontstaan.
Het verwarringsgevaar dient globaal te worden beoordeeld, met inachtneming van alle alle omstandigheden van het geval, waaronder de mate waarin de merken begripsmatig, visueel en/of auditief overeenstemmen.
Volgens het Hof van Beroep te Brussel dient het relevante publiek in casu te worden omschreven als de moslimconsument, van Arabische afkomst, van halal voedingswaren in de EU, die minstens basiskennis van het geschreven Arabisch heeft. Verder vermeldt het Belgische Hof dat ‘el benna’, ‘el bnina’ en ‘el baina’ Arabische woorden, opgeschreven in Latijns schrift, zijn. In die taal betekent ‘el benna’ de smaak, ‘el bnina’ de zachtheid en ‘el baina’ het zicht.
Volgens het Belgische Hof vertonen de Arabische woorden weliswaar een zekere visuele overeenstemming, maar neemt dit niet weg dat de uitspraak en betekenis van die woorden in die taal sterk verschillen. Het Belgische Hof stelt vervolgens aan het Europese Hof van Justitie de prejudiciële vraag of de nationale rechter bij de beoordeling van het verwarringsgevaar het verschil in uitspraak en betekenis tussen deze Arabische woorden mag onderzoeken en in rekening brengen, ook al is het Arabisch geen officiële taal van de EU.
Antwoord Hof
Het Hof overweegt dat uit de overwegingen van het Belgische Hof voortvloeit dat in casu rekening moet worden gehouden met de verschillen op fonetisch en begripsmatig vlak. Als dat niet zou worden gedaan, zou de beoordeling van het verwarringsgevaar immers slechts gedeeltelijk worden verricht. In dat geval zou geen rekening worden gehouden met de totaalindruk die door de gemeenschapsmerken en het Benelux merk bij het relevante publiek wordt opgeroepen.
Wanneer het relevante publiek een basiskennis van het geschreven Arabisch heeft, moet bij de beoordeling van het verwarringsgevaar tussen een gemeenschapsmerk en een teken, die beide een dominant Arabisch woord in Latijns en Arabisch schrift bevatten, de betekenis en de uitspraak van deze woorden in aanmerking worden genomen.
Lees hier de volledige uitspraak.