De politie gaat bij ernstige auto-ongelukken gebruik maken van de data die moderne auto’s bijhouden. In (sommige) moderne auto’s zit namelijk een Event Data Recorder (hierna: EDR) ingebouwd, die locatie, remgedrag, snelheid, stand van de pedalen en onder andere de werking van airbags registreert. Het gaat dan vooral om de laatste paar seconden voordat de airbags geactiveerd worden. Hoe zit dit echter juridisch. De data die opgeslagen worden in zo’n black box, bevatten ook persoonsgegevens en behoren dan ook toe aan de eigenaar/lessee van de auto. De vraag is dus hier, in hoeverre de politie zomaar over mag gaan tot het raadplegen van deze data.
De wet biedt een limitatief aantal gronden voor het verwerken van dergelijke persoonsgegevens. Twee van die gronden kunnen mogelijk van toepassing zijn in de hiervoor omschreven situatie. Allereerst indien de betrokkene hier toestemming voor heeft gegeven en ten tweede indien dit noodzakelijk is om een wettelijke verplichting na te komen. Aangezien we bij ernstige auto-ongelukken, waarbij meerdere auto’s betrokken zijn, meestal in de werkingssfeer van het strafrecht terechtkomen, zal de laatste grond waarschijnlijk de voorkeur krijgen. Mede vanwege het feit dat toestemming van de betrokkene daarvoor niet nodig is.
Wettelijk gezien mogen gegevens slechts verwerkt worden op basis van deze grondslag indien:
(i) Het echt noodzakelijk is, en;
(ii) de verplichting daadwerkelijk rust op de verantwoordelijke.
De verwerking van gegevens is noodzakelijk op het moment dat de uitvoering van de wettelijke verplichting redelijkerwijs op een andere manier niet mogelijk is. De door justitie gekozen rechtsgrond is hoogstwaarschijnlijk het in beslag mogen nemen van alle voorwerpen die kunnen bijdragen aan de waarheidsvinding. Kan de waarheid op een andere wijze worden vastgesteld? Op zich wel. Bij wie moet justitie dit doen? Waarschijnlijk bij de autofabrikant aangezien die de verantwoordelijke is voor de geïnstalleerde black box. Aan een vordering tot verstrekking van gegevens worden strengere (vorm)vereisten gesteld naar mate de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer groter is. De wet schrijft dus een belangenafweging voor. Waarheidsvinding aan de ene kant en art. 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens aan de andere kant.
Op welke wijze deze afweging plaats gaat vinden is vooralsnog onduidelijk. Uit Kamervragen is gebleken dat de ministers van Verkeer en Waterstaat en Justitie erg enthousiast zijn over deze EDR ontwikkeling en zien in waarheidsvinding dan ook vooralsnog een grond die onze privacy opzij mag zetten. In Amerika, waar ze al enige tijd met EDR’s werken, zijn ze daar nog niet zo zeker van. Een EDR kan namelijk in potentie een heleboel data verzamelen en dus niet alleen (technische) gegevens omtrent een net gebeurd ongeluk. Moet Justitie ook toegang krijgen tot die gegevens? Is dat niet, zoals de wet dat zegt, ietwat bovenmatig? Bovendien wordt de auto door menig burger gezien als zijn tweede huis. Hij is afsluitbaar en het is aan de eigenaar om te bepalen wie hij toelaat tot zijn auto.
Kortom, leuk idee zo’n EDR, maar tot op heden heb ik nog geen debat gezien over de mogelijke gevolgen ervan. De vraag of waarheidsvinding in dit geval een dusdanig noodzakelijk doel is dat daarvoor de privacy in onze auto opzij geschoven mag worden, is een vraag die alleen de rechter kan beantwoorden. Wil je weten welke gegevens moderne auto’s allemaal verzamelen? De ANWB heeft hier onderzoek naar gedaan.