De publieke omroep mag kabelbedrijven niet vragen om een vergoeding voor de doorgifte van auteursrechtelijk beschermde televisieprogramma´s. Een motie met die strekking is gisterenavond door de Tweede Kamer aangenomen. Aanleiding van de motie was het standpunt van de NOS dat de kabelbedrijven een vergoeding moeten betalen.
Voorheen ontvingen de publieke omroepen niet direct een vergoeding, maar wel indirect via een overeenkomst met de kabelbedrijven. De NOS bemiddelde bij de doorgifte van de buitenlandse omroepen en ontving daarvoor een vergoeding. De kabelbedrijven, verenigd in de Vecai, zijn nu zelfstandig naar de buitenlandse omroepen gestapt en hebben een beter deal gemaakt. De NOS zou hierdoor vele miljoenen mislopen en wilde dit verlies compenseren door een vergoeding voor kabeldoorgifte te vragen.
Juridisch staat de NOS als auteurs- en nabuurrechthebbende op haar televisieprogramma´s volledig in haar recht. De Tweede Kamer vindt “dubbele betaling” door de consument echter onwenselijk. De Kamer is “van mening dat de burger niet via kabeltarieven of de tarieven van andere distributiekanalen met extra kosten voor doorgifte en auteursrechten van die publieke omroepprogramma’s geconfronteerd mag worden en daarmee twee maal, als belastingbetaler en als consument, voor kosten ten behoeve van de publieke omroep moet betalen;”