Het gebruik van een verborgen camera door een ondernemer is in beginsel strafbaar, ook om te achterhalen of eigen personeel steelt. Recent is het Wetboek van Strafrecht daarvoor gewijzigd. Wanneer mag een ondernemer informatie verkregen met zo’n camera gebruiken in een ontslagprocedure van een werknemer? In het vonnis in een ontslagzaak geeft de sector kanton van de Rechtbank Zwolle van 11 november 2005 een antwoord welke 14 november werd gepubliceerd op rechtspraak.nl. Hier speelt of de Zwolse vestiging van Dynabyte zijn hoofd inkoop mocht ontslaan. De medewerker is betrapt met een verborgen camera op het verduisteren van onder meer drie Tom Toms in het weekend.
In zijn vonnis gaat de Rechtbank uitvoerig in op de vraag of verborgen cameratoezicht is toegestaan in de situatie dat het wel gemeld is aan de ondernemingsraad, maar nog geen toestemming is verkregen. De Rechtbank baseert zijn oordeel hoofdzakelijk op de opmerkingen van de Minister van Justitie tijdens de behandeling van de wet tot aanpassing van het Wetboek van Strafrecht. De Minister lijkt voldoende te achten dat het “een punt [is geweest] in de vergadering van de ondernemingsraad”. In deze zaak is dat zo. Daarom komt de Rechtbank tot de conclusie dat heimelijk camera toezicht was toegestaan en het bewijs dus rechtmatig verkregen. Mede op grond van dit bewijs komt de Rechtbank vervolgens tot de conclusie dat het ontslag op staande voet geldig was en er geen reden is voor nabetaling van salaris.
Overigens herinnert de Rechtbank ons eraan dat het waarschijnlijk niet veel anders was gelopen als de ondernemingsraad niet was ingelicht. Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 27 april 2001 merkt de Rechtbank op dat het benutten van heimelijk gemaakte video-opnamen in een civiele procedure niet zonder meer verboden is.