Eerder berichtten wij op de weblog dat telecomaanbieder Pretium een kort geding had verloren dat KPN in 2005 had aangespannen. KPN vorderde, kort gezegd, een verbod op het gebruik van de misleidende term ‘laagste kostengarantie’ door Pretium.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de term ‘laagste kostengarantie’ een absolute superioriteitsclaim inhoudt, waarbij Pretium pretendeert onder alle relevante omstandigheden en over de gehele linie altijd de laagste kosten per maand te bieden. Pretium kan die claim volgens de rechter niet waarmaken omdat de vraag welke aanbieder voor een bepaalde gebruiker het voordeligste is, volledig wordt bepaald door het individuele belgedrag van de gebruiker en daardoor aangenomen moet worden dat geen enkele aanbieder in absolute zin de goedkoopste kan zijn.
Pretium heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de voorzieningenrechter bij het gerechtshof Amsterdam. Het hof heeft het oordeel van de voorzieningenrechter op dit punt grotendeels in stand gehouden en ook de Hoge Raad heeft zich er afgelopen week over gebogen: het cassatieberoep van KPN is verworpen en daarmee blijft het oordeel van het hof in stand.
Lees hier de uitspraak van de Hoge Raad van 13 juni jl.