Vanuit de advocatuur is gemengd gereageerd op het arrest van de Hoge Raad in de Ab.Fab-zaak. Netkwesties zet een aantal reacties onder elkaar, onder meer die van mij.
“Christiaan Alberdingk Thijm heeft het arrest met verbazing geanalyseerd, ofschoon het in lijn is met zijn eerdere waarschuwing: “Ik vind het een slordig arrest. Het is voor de verzender van e-mail technisch niet mogelijk om per e-mailadres te bekijken van welke provider deze afkomstig is en of de provider al dan niet bezwaar heeft gemaakt tegen de ontvangst van de e-mail.”
“Die conclusie van de advocaat-generaal gaat al redelijk ver met het eigendomsrecht. Maar hij geeft wel aan dat een internetprovider slechts in zwaarwegende gevallen gebruik mag maken van zijn eigendomsrecht om mail te weigeren. De abonnees willen e-mail ontvangen en providers moet je niet toestaan over de hoofden van de abonnees te veel te blokkeren, zo schrijft hij. Die nuance ontbreekt in het arrest van de Hoge Raad.”
Alberdingk Thijm vindt het fout dat de Hoge Raad behalve de computers en transmissiecapaciteit ook het klantenbestand als bezit toerekent: “Dit betekent dat je anderen kunt verbieden gebruik te maken van de e-mailadressen van je abonnees. Dat is technisch al onmogelijk, maar het is juridisch heel laakbaar, want je regeert over de hoofden van je abonnees.”
Ten tweede kan dit vergaande consequenties hebben bij het doortrekken van de mogelijkheden die de Hoge Raad aan providers verschaft. Nu zou Justitie wellicht eenvoudig blokkerende maatregelen kunnen opleggen voor bepaald verkeer? Alberdingk Thijm: “Exact, de provider heeft altijd gezegd: we hebben geen boodschap aan de boodschap. Nu moeten ze wel een boodschap aan de boodschap hebben. Dat is nu in het voordeel van de providers, maar anderen kunnen je op die plicht wijzen als dat niet goed uitkomt. Dat kan nadelige consequenties krijgen voor de provider zelf.”
Volgens de advocaat van Solv druist het arrest principieel in tegen de openheid van internet: “Het hele internet bestaat uit apparatuur waarover eigendomsrechten bestaan bij talloze partijen, van routers, websites enzovoorts. Je kunt zelfs hyperlinken gaan verbieden, en een webspider van een zoekdienst de toegang ontzeggen. De Hoge Raad houdt heel erg vast aan de online/offline-benadering. Het is eigendom zonder ook maar rekening mee te houden dat internet helemaal niet hetzelfde is als offline eigendom. De raad vraagt zich niet af of de opgelegde verplichtingen haalbaar of wenselijk zijn.”
De Hoge Raad had de zaak beter kunnen terugverwijzen naar het Hof om de zaak inhoudelijk uit te zoeken, vindt hij. Zo is het uitsluiten per direct van de vrijheid van meningsuiting als rechtvaardigheidsgrond om verkeer doorgang te laten vinden principieel onverstandig.”
Dommering, Overdijk en Wefers Bettink geven ook hun mening. Lees hier het artikel.