27 juli begint de rechtszaak van een aantal platenlabels tegen Joel Tenenbaum, een 25-jarige Amerikaan. Tenenbaum, die is aangeklaagd voor het downloaden van muziek via peer-to-peer netwerken, wordt verdedigd door Harvard professor Charles Nesson.
Zoals Douwe Linders hier eerder berichtte, doen Nesson en Tenenbaum een beroep op ‘fair use’.
Anders dan in Nederland kent het Amerikaanse auteursrecht een fair use-bepaling (artikel 107). Die komt er kort gezegd op neer dat onder bepaalde omstandigheden geen inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten als het verveelvoudigen of openbaarmaken van een werk gerechtvaardigd is. Factoren die daarbij een rol spelen zijn: doel en aard van het gebruik, inclusief of dit gebruik al dan niet om commerciële redenen geschiedt; de aard van het beschermde werk; de omvang van het gebruikte deel ten opzichte van het hele werk; en het effect van het gebruik op de potentiële markt of de waarde van het werk.
Het zal niet verbazen dat de platenlabels het hier niet mee eens zijn.
Er staat veel op het spel voor Tenenbaum; enkele weken terug moest een Amerikaanse vrouw 1.9 miljoen dollar betalen wegens het downloaden van 24 tracks.
Ook voor de platenindustrie – die zich de laatste jaren toch al niet populair maakt door haar eigen doelgroep aan te klagen – staat er veel op het spel. Een veroordeling van een paar miljoen zou opnieuw geen goede PR zijn. Ook veel academici vinden het verstandig noch sympathiek van Amerikaanse rechthebbenden om consumenten aan ta pakken.
De ontwikkelingen zijn – niet helemaal onpartijdig – te volgen op de website Joelfightsback