Traditiegetrouw publiceert SOLV Advocaten tegen het einde van het jaar het jaaroverzicht internetrecht.
Als meest opmerkelijke zaken van 2006 op het gebied van het internetrecht kunnen ZoekMP3, Stokke/Marktplaats, Zoekallehuizen.nl en Brein/ISP’s worden genoemd. Op het gebied van wetgeving brachten met name de wetswijzigingen die samenhangen met het Cybercrimeverdrag en de E-commerce richtlijn vernieuwing. De introductie van het top level domein .eu bracht een ware ‘.eu rush’ op gang.
Resulteert het aanbieden van de zoekmachine in een inbreuk op het auteursrecht? In ons jaaroverzicht internetrecht 2004 berichtten wij over de ontkennende beantwoording van deze vraag door Rechtbank Haarlem op 12 mei 2004 in de zaak ZoekMP3. Helaas kan dat in 2006 niet worden bevestigd. Bij het arrest van Hof Amsterdam van 19 juni 2006 (waarover hier ons bericht) bleef de vraag buiten beschouwing. ZoekMP3 voerde geen verweer. Bij het oordeel over de onrechtmatigheid van de zoekmachine wogen volgens het Hof als belangrijke factoren mee of TechnoDesign ervan op de hoogte was dat de hyperlinks verwezen naar inbreukmakende bestanden en of zij inkomsten verwierf met het aanbieden van de links.
Bij Zoekallehuizen.nl stond de vraag centraal of het een internet zoekmachine vrij staat om, ook als de eigenaar van die website daar bezwaar tegen maakt, informatie van een website te verzamelen. Zowel door de Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem op 16 maart 2006 (lees hier de annotatie van Christiaan Alberdingk Thijm) als door het Hof Arnhem op 4 juli 2006 (waarover hier ons bericht) wordt deze vraag bevestigend beantwoord.
Het niet voldoen aan de voorwaarden voor online contracteren leidde in 2006 verschillende malen tot de conclusie dat geen contract tot stand was gekomen. De uitspraken hierover hadden voor het merendeel betrekking op situaties waarin op het moment dat het (vermeende) contract werd aangegaan de E-commerce richtlijn (Richtlijn 2000/31 EG van 8 juni 2000) nog niet was geïmplementeerd maar dat wel al had moeten zijn. Met behulp van richtlijnconforme interpretatie werden de online contractprocedures nader bekeken waarna vaker niet dan wel werd geconcludeerd dat een contract tot stand was gekomen. Het bleek voor dienstverleners nog al eens een struikelblok de informatie over de wijze van tot stand komen van de overeenkomst en de toepasselijke algemene voorwaarden op voldoende duidelijke, begrijpelijke en ondubbelzinnige wijze aan de wederpartij duidelijk te maken (lees hier, hier en hier enkele uitspraken).
De Voorzieningenrechter Rechtbank Zwolle-Lelystad gaf bij uitspraak van 2 mei 2006 (waarover hier ons bericht) een aantal duidelijke criteria aan de hand waarvan bepaald werd hoever de zorgplicht van dienstverlener Markplaats strekt met betrekking tot de verwijdering van advertenties die inbreuk maken op industriële eigendomsrechten van Stokke en/of diens vermaarde TRIP TRAPP stoel. De voorzieningenrechter keek onder meer naar de bekendheid van Marktplaats met de schade, de omvang van de schade, de gevolgen voor Marktplaats bij het treffen van maatregelen om schade te voorkomen of te verminderen, mogelijk voordeel voor Markplaats voortvloeiend uit de schade en of Marktplaats rekening had moeten houden met bijzondere sector gerelateerde regels. Bij het uiteindelijke oordeel kwam onder meer het belang van een goede notice and takedown procedure naar voren.
De David van 2006 is vakbond FNV zelfstandige bondgenoten. De bond kwam in 2006 eens op een geheel andere wijze in het nieuws omdat zij Farmdate, een bedrijf dat een dating site voor boeren exploiteert, gerechtelijk ondersteunde in haar strijd tegen Goliath Google. Farmdate spande een rechtzaak aan tegen Google omdat bij de zoekresultaten op “farm date” ook gesponsorde links werden getoond waaronder links naar porno sites en andere dating sites. Dit zou veroorzaakt worden door het gebruik van het adword “farm date” door adverteerders op Google. Farmdate stelde dat hiermee inbreuk werd gemaakt op haar merkrecht met betrekking tot FARM DATE en dat zij hierdoor schade leed. Op 24 augustus 2006 besliste de Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam echter dat Google niet verplicht was de gesponsorde links te verwijderen (lees hier ons bericht en hier het vonnis).
De confrontatie met stichting Brein (Brein), die zich actiever opstelde dan andere jaren, leidde meerdere malen tot conflicten. In 2006 kwam met het arrest van Hof Amsterdam van 15 juni 2006 (waarover hier ons bericht) een vervolg op de uitspraak van Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht van 12 juli 2005 (waarover hier ons bericht) in de zaak Brein/ISPs. Brein had de gegevens van abonnees van vijf ISPs gevorderd. De abonnees zouden illegaal bestanden hebben uitgewisseld via peer to peer software. Het Hof oordeelde dat de vijf ISPs niet verplicht waren te voldoen aan het verzoek van Brein en bevestigde daarmee het vonnis van de voorzieningenrechter. Het Hof bepaalde dat het niet voldoende was dat Brein aannemelijk maakte dat het ging op abonnees die illegale handelingen hadden verricht maar dat het buiten redelijke twijfel moest staan dat dit het geval was. Hiermee verwierp het Hof de stelling van Brein dat op deze situatie het uit Lycos/Pessers voortvloeiende criterium van toepassing is. Het Hof overwoog dat gebruikers er niet op bedacht hoeven te zijn dat Brein hun shared folders nakijkt en achtte onderzoek naar de werkwijze van Brein noodzakelijk.
In de pers werd op het gebied van internetrecht vooral veel aandacht beteed aan naming and shaming op het internet. Tot veel rechtspraak hierover kwam het echter niet. Blijkbaar werden door goed werkende notice and takedown procedures de vermaledijde berichten of foto’s vaak genoegzaam verwijderd van de oorspronkelijke sites. In de strafrechtelijke zaken werd in een flink aantal gevallen of wel geseponeerd of wel geschikt.
Het teleurstellende nieuws van 2006 is het einde van Bits of Freedom (Bof). Bof, voorvechter van e-privacyrechten en de vrijheid van meningsuiting op internet, legde het bijltje erbij neer. Bof trok onder meer aandacht door de uitreiking van de Big Brother Awards, de twijfelachtige prijzen voor die personen en organisaties die controle op burgers en inbreuken op privacy bevorderen. Als ‘lichtpuntje’ kan genoemd worden dat de jaarlijkse uitreiking hiervan doorgaat waardoor de e-burgerrechten niet uit het zicht verdwijnen. Voor het overige zullen anderen het werk moeten voortzetten want de strijd is nog lang niet gestreden.
Naast bovenstaande uitspraken was 2006 vooral op het gebied van internetwetgeving een interessant en productief jaar. Zo kwam het in 2006 na vele jaren uitstel en zwoegen tot de invoering van de wetswijzigingen vanwege het Cybercrimeverdrag dat al in 2001 werd gesloten. De wetswijzigingen leidden onder meer tot een uitbreiding van de strafbaarstelling van hacking. Met de aanpak van een andere grote irritatie zijn in 2006 ook grote vorderingen gemaakt. Het voorstel tot wijziging van de Telecommunicatiewet is in een vergevorderd stadium van het wetgevingsproces. In dat voorstel wordt onder meer spam naar bedrijven, tenzij de geadresseerde voorafgaande toestemming heeft verleend, verboden. Toezichthouder OPTA gaat er in haar plannen voor 2007 vanuit dat de wetswijziging wordt aangenomen. Wetgevingsactiviteit was er ook op het gebied van e-Health. Zo zal de verstrekking van medicijnen via internet verder gereguleerd worden. Een voorstel daartoe ligt op dit moment ter goedkeuring bij de Eerste Kamer.
Als er een hit van 2006 genoemd kan worden, is dat wel de introductie van de .eu domeinnaam. Binnen een week werden ongeveer 1,5 miljoen .eu domeinnamen geregistreerd. Het Tsjechische Arbitragehof kreeg het vervolgens maar druk met alle domeinnaamconflicten die hierna ontstonden (zie hierover meer op onze eu.taskfoce site).