Het beoefenen van het recht van intellectuele eigendom kan soms een bespottelijke bezigheid zijn. Dat geldt met name voor het merkenrecht, waar dikwijls heel ingewikkeld wordt gedaan over de vraag “lijkt het op elkaar?”. Er wordt marktonderzoek gedaan, deskundigen worden ingeschakeld en de “gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument” wordt erbij gehaald.
Het vonnis dat de voorzieningenrechter te Den Haag gisteren wees, is weer een schoolvoorbeeld van hoogdravende vergelijkingskunst. De concurrenten Pepsi en Coca Cola stonden tegenover elkaar en de rechter moest de vraag beantwoorden of de nieuwe frisdrank Ipsei van Coca Cola merkinbreuk maakte op het merk PEPSI. Wat denkt u?
Pepsi had nog betoogd dat in een belangrijk gedeelte van de Europese Unie, waaronder Engeland en Nederland, het woord ípsei zal worden uitgesproken als IPSI, wat wel erg veel op PEPSI lijkt, maar het mocht allemaal niet baten: geen overeenstemming. Coca Cola gaat vrijuit. En nu weer over tot de orde van de dag.