Gisteren heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in een arrest bevestigd dat e-books niet onder een verlaagd btw-tarief mogen vallen. Het onderscheid dat de btw-richtlijn maakt tussen gedrukte en digitale literatuur is niet in strijd met het beginsel van gelijke behandeling. Op grond van deze richtlijn mogen EU-lidstaten een verlaagd btw-tarief toepassen op gedrukte publicaties, denk bijvoorbeeld aan boeken, tijdschriften en kranten. Dit geldt ook voor digitale boeken die zijn opgeslagen op een fysieke drager zoals een cd-rom. Digitale publicaties, waaronder e-books, vallen daarentegen onder het normale btw-tarief.
Aanleiding voor de prejudiciële vraag aan het Hof is een Poolse zaak. Het grondwettelijk hof van Polen vroeg zich af of dit verschil in belastingtarieven rechtsgeldig is, omdat het in strijd zou kunnen zijn met het beginsel van gelijke behandeling en daarmee met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Op de levering van digitale boeken op een fysieke drager mag door lidstaten een verlaagd tarief worden toegepast, terwijl dit niet mogelijk is voor e-books. Ook werd de vraag gesteld of het Europees Parlement voldoende betrokken is geweest bij de wetgevingsprocedure.
Het idee achter een verlaagd btw-tarief voor boeken is het bevorderen van lezen, ongeacht of het gaat om literatuur, vakliteratuur, kranten of tijdschriften. Het is dus belangrijk dat EU-burgers daadwerkelijk toegang kunnen krijgen tot de boeken; de wijze waarop de boeken worden geleverd is minder relevant. Het Hof geeft dan ook toe dat het met betrekking tot digitale boeken op een fysieke drager en digitale boeken die elektronisch worden geleverd gaat om vergelijkbare situaties.
Desondanks meent het Hof dat dit verschil in behandeling kan worden gerechtvaardigd. De uitsluiting van een verlaagd btw-tarief voor de levering van digitale boeken langs elektronische weg maakt onderdeel uit van een bijzondere btw-regeling voor de elektronische handel. Elektronische diensten zouden namelijk behoefte hebben aan duidelijke, eenvoudige en uniforme regels zodat het daarop toepasselijke btw-tarief met zekerheid kan worden bepaald en de belasting makkelijker kan worden beheerd. Door diensten die langs elektronische weg worden verricht uit te sluiten van de toepassing van een verlaagd btw-tarief, hoeft bovendien niet voor elke verrichte soort van elektronische diensten na te worden gaan onder welke categorie deze valt.
Uitbreiding van de toepassing van het verlaagde btw-tarief tot alle elektronische diensten acht het Hof niet mogelijk, omdat dit een algemene ongelijke behandeling zou betekenen tussen de niet-elektronische diensten, waarvoor in beginsel geen verlaagd btw-tarief geldt, en de elektronische diensten. Met betrekking tot de wetgevingsprocedure oordeelt het Hof dat de richtlijn geldig tot stand is gekomen en geen wezenlijke vormvereisten zijn geschonden.
Op grond hiervan concludeert het Hof dat lidstaten niet de mogelijkheid hebben om een verlaagd btw-tarief toe te passen op de levering van e-books, terwijl zij dit wel mogen voor de levering van digitale boeken op alle fysieke dragers. Dit verschil in behandeling is niet in strijd met het beginsel van gelijke behandeling. Een erg sterke uitspraak is dit niet; het Hof beroept zich voornamelijk op het fiscale gemak dat het onderscheid tussen e-books en overige digitale boeken oplevert. Naar mijn mening heeft het Hof meer rekening kunnen houden met de gedachte achter het verlaagde btw-tarief in het kader van de digitalisering van de maatschappij.
Met dank aan Priscilla Peterson