Het Europese Hof van Justitie heeft afgelopen dinsdag bepaald dat Parmezaanse kaas alleen zo mag heten als hij daadwerkelijk uit de Noord-Italiaanse streek rondom Parma komt.
Duitsland werd al in 2003 door de Commissie van de Europese Gemeenschappen op het matje geroepen omdat zij niet optrad tegen de verkoop van kaasproducten met de benaming ‘parmasan’ die niet uit Parma kwamen. De Commissie stelde dat het gebruik van de benaming ‘parmesan’ op de Duitse namaakproducten afbreuk doet aan de geregistreerde oorsprongsbenaming Parmigiano Regginano.
De Duitse overheid meende dat zij niet hoefde op te treden tegen de namaakproducten omdat ‘parmesan’ ondertussen een onbeschermde soortnaam was geworden. Duitsland kon dit echter niet voldoende aantonen.
Als geregistreerde oorsprongsbenaming wordt Parmigiano Regginano beschermd tegen elk misbruik en elke nabootsing of voorstelling. Het Europese Hof van Justitie heeft nu geoordeeld dat de benaming ‘parmesan’ gekwalificeerd moet worden als voorstelling van Parmigiano Regginano. Beide benamingen voor harde kazen, geraspt of bestemd om te worden geraspt, vertonen niet alleen enige fonetische en visuele overeenkomsten, maar liggen vooral begripsmatig dicht bijelkaar.
Overigens kwam Duitsland niet helemaal als verliezer uit de strijd. Het Hof van Justitie oordeelde dat de Duitse overheid niet verplicht is om ambtshalve op te treden tegen inbreuken op geregistreerde oorsprongsbenamingen. Er zijn in de Duitse rechtsorde voldoende juridische instrumenten beschikbaar waarmee kan worden opgetreden tegen illegaal gebruik van beschermde oorsprongsbenamingen en hiermee voldoet Duitsland aan haar verplichtingen.
Lees hier het arrest van het HvJ EG.