In zijn uitspraak van 14 maart in de zaak van de Minister van Justitie en Holland Casino tegen Compagnie Financière Régionale (“CFR”) vernietigt de Raad van State de uitspraak van de rechtbank Breda en wordt het monopolie van Holland Casino in stand gehouden.
In deze zaak ging het om het volgende. CFR, een van oorsprong Franse onderneming, vroeg een vergunning aan om een casino te kunnen openen in Bergen op Zoom. Op grond van de Wet op de kansspelen (“Wok”) kan echter maar aan één partij een vergunning worden verleend. Holland Casino is reeds vergunninghouder. CFR heeft voor de rechtbank Breda betoogt dat dit éénvergunningstelsel een ongeoorloofde beperking vormt op het vrije verkeer van diensten (artikel 49 EG-Verdrag).
De rechtbank Breda volgt dit betoog en oordeelt dat onvoldoende is gebleken dat is voldaan aan de voorwaarden die een dergelijke beperking kunnen rechtvaardigen, zoals uiteengezet in de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (“Hof”). De Raad van State is echter een andere mening toegedaan.
Ook de Raad van State beroept zich op jurisprudentie van het Hof. Zo worden Schindler, Läärä, Zenatti, Anomar, Gambelli en het op 6 maart 2007 gewezen Placanica aangehaald. Uit deze jurisprudentie vloeit voort dat een beperking op het vrije verkeer van diensten geoorloofd is indien daarvoor een erkende rechtvaardigingsgrond bestaat. Deze grond mag niet discriminatoir zijn en moet tevens geschikt en proportioneel zijn. De toetsing van het nationale beleid vindt echter niet plaats door het Hof maar zal door de Lidstaten zelf moeten geschieden.
De Raad van State voert deze toetsing uit en komt tot de conclusie dat het beperken van de vrijheid van diensten door middel van een éénvergunningstelsel met als doel de bescherming van de consument, het tegengaan van illegaliteit, criminaliteit en gokverslaving, gerechtvaardigd is. Ook oordeelde de Raad van State dat er, ondanks de toename van vestigingen van Holland Casino alsmede het ruime reclamebudget, wel sprake was van een samenhangend en stelselmatig beleid zoals bedoeld in Gambelli en Placanica.
Hiermee is de enige uitspraak in het voordeel van een buitenlandse aanbieder van kansspelen vernietigd.