020 530 0160

Hoge Raad: Staatsloterij misleidde consument

Gepubliceerd op 4 februari 2015 categorieën ,

De Hoge Raad deed vorige week uitspraak op het cassatieberoep van de Staatsloterij en oordeelde dat de consument niet wist dat de Staatsloterij prijzen trok uit een pot waarin ook onverkochte loten zaten. De winstkansen waren dus kleiner dan de consument dacht. Daarom is sprake van misleiding. Dat andere loterijen het ook zo deden, zoals de Staatsloterij aanvoert, verandert dat niet. 

 

Achtergronden

De Staatsloterij zou in de periode 2000 t/m 2007 misleidende mededelingen hebben gedaan over het wel of niet gegarandeerd zijn van prijzen, de winkansen en het aantal gewonnen prijzen. Tot 1 januari 2008 heeft de Staatsloterij de grotere prijzen (€ 50.000 – € 100.000) niet alleen getrokken uit de verzameling van verkochte loten, maar uit een veel grotere verzameling van loten, het zogenoemde ‘universum’. Alle loten uit dit universum konden worden verkocht, maar slechts een gedeelte werd daadwerkelijk verkocht. De grootte van het universum is van 2001 tot 2008 opgelopen van 7,5 miljoen naar 18-21 miljoen loten. Per trekking werden ongeveer 3 miljoen loten verkocht.


De mededeling door de Staatsloterij aan het publiek in de periode van 2000 tot 1 januari 2008 over het aantal prijzen/winnaars hadden betrekking op de uit het universum te trekken prijzen, terwijl het aantal uit te keren prijzen veel lager was. De Staatsloterij adverteerde namelijk met ‘elke maand 20 winnaars’. Aangezien een gedeelte van die ‘winnende’ loten niet zijn verkocht, werden er in werkelijkheid geen 20 maar ongeveer 4 prijzen uitgekeerd. De winkans was dus in werkelijkheid kleiner dan de Staatloterij mededeelde aan het publiek.

HOGE RAAD

Bij de beantwoording van de vraag of een mededeling misleidend is, moet worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument tot wie de mededeling zich richt of die zij bereikt, oftewel ‘de maatman’. De Staatsloterij is bestemd voor het algemene publiek en daarom wordt de maatman in dat geval gevormd door de gemiddelde algemene consument. 


Volgens de Hoge Raad heeft het hof eerder terecht geoordeeld dat de gemiddelde consument niet verwachtte dat het ‘universum’ aanzienlijk groter was dan het aantal daadwerkelijk verkochte loten. De mededeling van de Staatsloterij was in ieder geval onvolledig volgens de Hoge Raad, nu daarbij niet was vermeld dat winnende loten niet uit het aantal verkochte loten werden getrokken, maar uit een veel groter aantal, namelijk uit het ‘universum’. De Staatsloterij had onvoldoende duidelijk gemaakt dat bij de staatsloterij de grotere prijzen tevens werden getrokken uit een universum dat bestond uit zowel verkochte als niet verkochte loten.

 

Zoals de Staatsloterij heeft benadrukt, is het meedoen aan de Staatsloterij geen doordachte handeling en spelen irrationele gedachten, emoties en gewoonten een belangrijke rol bij de beslissing om een staatslot te kopen. “Inherent hieraan is dat de gemiddelde consument niet de precieze winkansen zal berekenen. Bovendien kan de gemiddelde consument niet geacht worden tot het maken van een juiste kansberekening in staat te zijn. Het gaat dus om het gevoel dat de potentiële deelnemer/de gemiddelde consument had over de winkans. Dat gevoel is aanzienlijk positiever bij een loterij met 20 prijzen/winnaars uit 3 miljoen loten dan bij een loterij met 20 prijzen/winnaars uit 18-21 miljoen loten of, wat ongeveer hetzelfde is, 3 of 4 prijzen/winnaars uit 3 miljoen loten. Hieraan doet niet af dat de winkansen in beide gevallen minuscuul zijn. De gemiddelde consument, die geen precieze kansberekening zal (kunnen) toepassen, zal zich namelijk niet realiseren hoe klein de kansen in werkelijkheid waren.”

 

De gewraakte mededelingen van de Staatsloterij waren volgens de Hoge Raad van materieel belang voor de beslissing van de gemiddelde consument om al dan niet mee te doen aan de Staatsloterij.


Ook de klachten van Stichting Loterijverlies heeft de Hoge Raad afgewezen. Het hof oordeelde terecht dat de Staatsloterij niet iedere maand de wettelijk voorgeschreven 60 procent van de inleg hoefde uit te keren. Het volstaat wanneer dit percentage in een jaar wordt gehaald, aldus de Hoge Raad.

 

De voorzitter van Stichting Loterijverlies heeft ondertussen aangegeven het inleggeld van 100.000 deelnemers te willen gaan terugvorderen. Dit arrest krijgt dus nog een vervolg.

 

Geschreven in samenwerking met Margo Kuijpers

Bron: rechtspraak.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Machteld Robichon

publicaties

Gerelateerde artikelen