020 530 0160

Hof van Justitie in Cordoba-zaak: Nieuw hoofdstuk in “nieuw publiek” loterij

Gepubliceerd op 7 augustus 2018 categorieën ,

De ontwikkeling van de rechtspraktijk is voor een groot deel afhankelijk van de principes en vastberadenheid van procespartijen. Procederen is altijd een commerciële afweging, waardoor inhoudelijk interessante zaken het vaak niet tot een vonnis halen. Maar gelukkig – voor juristen – zijn daar mensen zoals Dirk Renckhoff. Renckhoff is Duits fotograaf die zijn foto van de stad Cordoba op een reiswebsite liet publiceren. Nietsvermoedend nam een scholiere van de Gesamtschule Waltrop de foto over in een werkstuk Spaans, waarna de school het werkstuk op haar website plaatste. Een auteursrechtinbreuk aldus de fotograaf, want zijn foto mocht alleen op de reiswebsite staan.

In deze zaak stelde het Duitse Bundesgerichtshof uiteindelijk prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU. Het Duitse Hof wil weten of het publiceren van de foto op een website als “mededeling aan het publiek” kwalificeert, als deze foto op een andere website al rechtmatig en publiekelijk beschikbaar was. Vandaag beantwoordde het Hof van Justitie deze vraag.

Mededeling aan het publiek

Voor het online verspreiden van content heb je in beginsel toestemming van de rechthebbende nodig. Als je die toestemming niet hebt, en er geen uitzondering van toepassing is, maak je auteursrechtinbreuk als er sprake is van een “mededeling aan het publiek”. Daarbij is belangrijk dat je een nieuw publiek bereikt. Zo weten we uit de Svensson-zaak uit 2014 al dat je in principe mag linken naar content die rechtmatig beschikbaar is gemaakt. Alle internetgebruikers konden al bij het materiaal, dus met jouw linkje wordt er geen “nieuw publiek” bereikt. Dan is er dus ook geen inbreuk.

Conclusie Advocaat-Generaal

In de Cordoba-zaak vond de Advocaat-Generaal van het Hof van Justitie in april ook dat er geen sprake is van een “mededeling aan het publiek”. Niet alleen was de foto al vrij beschikbaar op de reiswebsite, er was ook geen disclaimer bij de foto opgenomen. Daarnaast heeft de school geen winstoogmerk en werd er naar de originele bron verwezen. Oftewel: er kan toch geen sprake zijn van een inbreuk, want waar hebben we het eigenlijk over?

Uitspraak Hof van Justitie

Uit het persbericht van vandaag blijkt dat het Hof van Justitie in de doelredenering van de Advocaat-Generaal niet mee gaat. Er is wel degelijk sprake van een mededeling aan het publiek, en dus een auteursrechtinbreuk. Dat er onder deze specifieke omstandigheden een nieuw publiek wordt bereikt staat volgen het Hof vast: de fotograaf heeft met zijn initiële publicatie alleen beoogd om de bezoekers van de reiswebsite te bereiken. Door het herplaatsen van de foto op de website van de school is dus een nieuw publiek bereikt, namelijk alle internetgebruikers die geen bezoeker van de reiswebsite zijn.

Hoe is dit dan te rijmen met de Svensson-zaak, waarin geen nieuw publiek werd bereikt? In het persbericht is het Hof van Justitie daar kort over: waar hyperlinken van belang is voor het soepel functioneren van het internet, draagt het ongeautoriseerd herplaatsen van content daar niet aan bij. Dat mag dan wel zo zijn, maar juridisch is dit natuurlijk gek: door te linken naar content bereik je geen nieuw publiek (want iedereen werd al bereikt), maar door het herplaatsen wél (want alleen de bezoekers van de oorspronkelijke website werden al bereikt).

Zo raakt het Hof verder verstrikt in het web van het “nieuwe publiek”; een begrip dat online niet te hanteren valt. Ik ben benieuwd naar de uitgebreide motivering van het Hof in de volledige tekst, die later beschikbaar komt.

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Tomas Weermeijer

publicaties

Gerelateerde artikelen