020 530 0160

Google zoekresultaten wel/geen strafrechtelijke persoonsgegevens?

Gepubliceerd op 1 februari 2017 categorieën ,

De rechtbank Den Haag en de Rechtbank Overijssel hebben deze maand twee interessante uitspraken gedaan. In beide zaken stond namelijk dezelfde vraag centraal: of het tonen van zoekresultaten door Google een verwerking van strafrechtelijke persoonsgegevens behelst. Strafrechtelijke persoonsgegevens kwalificeren als bijzondere persoonsgegevens in de zin Wbp. Voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens geldt een strenger regime dan voor gewone persoonsgegevens. Het uitgangspunt van de Wbp is dat bijzondere persoonsgegevens niet mogen worden verwerkt, tenzij een van de wettelijke uitzonderingen van toepassing is.

Rechtbank Den Haag – zoekresultaten geen strafrechtelijke persoonsgegevens

De casus die aan de rechtbank Den Haag werd voorgelegd was de volgende. De verzoeker is een voormalig vastgoedondernemer tegen wie in 2005 een opsporingsonderzoek is ingesteld naar aanleiding van verdenking van hypotheekfraude. Bij een zoekopdracht in Google op naam van de vastgoedondernemer, worden als zoekresultaten verschillende nieuwsartikelen getoond over dit onderwerp. Op 13 november 2015 heeft de vastgoedondernemer een verwijderingsverzoek ingediend bij Google, dat door Google is afgewezen. Begin 2016 bepaalde de strafrechter echter dat dat de strafzaak tegen de vastgoedondernemer is geëindigd (zonder strafoplegging). Daarop diende de vastgoedondernemer nogmaals een verwijderingsverzoek in bij Google om de betreffende zoekresultaten te verwijderen, maar wederom zonder succes. Ook bij een bemiddelingsverzoek bij de Autoriteit Persoonsgegevens mocht de vastgoedondernemer niet baten. Uiteindelijk komt de verzoeker bij de rechtbank terecht met het verzoek Google te bevelen bepaalde zoekresultaten te verwijderen.

De vastgoedondernemer stelt dat de zoekresultaten in Google kunnen worden aangemerkt als een verwerking van strafrechtelijke persoonsgegevens door Google. In dit geval is er volgens de vastgoedondernemer ook geen uitzondering van toepassing, waardoor hij van mening was wat de verwerking door Google onrechtmatig zou maken.

Een zoekopdracht in Google bestaat niet alleen uit hyperlinks naar de relevante websites, maar toont tegelijkertijd ook een  korte samenvatting van (de informatie op) die webpagina waarnaar wordt verwezen. Het is daarom de vraag of de combinatie van de hyperlink en de daarbij gegeven samenvatting kwalificeert als een strafrechtelijk persoonsgegeven in de zin van de Wbp. Het begrip “strafrechtelijk persoonsgegeven” wordt door de rechtbank, onder verwijzing naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad, beperkt uitgelegd: “Onder het begrip ‘strafrechtelijke persoonsgegevens’ moet worden verstaan zodanige concrete feiten en omstandigheden dat zij als een als strafbaar feit te kwalificeren bewezenverklaring – in de zin van artikel 350 Wetboek van Strafvordering (Sv) – kunnen dragen“. Dit betekent dat de te verwerken strafrechtelijke gegevens in voldoende mate moeten vaststaan, een vage verdenking of vermoeden is dus niet voldoende.

Tegen deze achtergrond oordeelt de rechtbank dat Google ten aanzien van de in deze zaak betreffende zoekresultaten geen strafrechtelijke persoonsgegevens in de zin van de Wbp verwerkt omdat in de zoekresultaten, in tegenstelling tot de informatie op de webpagina waarnaar wordt verwezen, geen concrete strafbare feiten en omstandigheden zijn opgenomen. De rechtbank maakt bij dit oordeel dus een onderscheid tussen de zoekresultaten en de inhoud van de webpagina’s waarnaar het zoekresultaat verwijst.

Rechtbank Overijssel – Facebookpost strafrechtelijke persoonsgegevens, portret niet

De zaak die aan de rechtbank Overijssel werd voorgelegd betrof een verzoeker die veroordeeld is  wegens het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. Een zoekopdracht in Google op naam van verzoeker leverde niet alleen zoekresultaten naar webpagina’s maar ook naar afbeeldingen en video’s, waaronder een Facebookpost, een filmpje van verzoeker met zijn toenmalige bedrijf op de woonbeurs, een foto van verzoeker met op achtergrond de naam en het logo zijn bedrijf en artikel met daarbij een foto van verzoeker.

Ook in deze zaak had verzoeker een verwijderingsverzoek bij Google ingediend, welk verzoek door Google is afgewezen waarna verzoeker zich tot de rechtbank heeft gewend. Wederom stelde verzoeker zich op het standpunt dat de verwerking door Google onrechtmatig is, omdat het verboden is om strafrechtelijke persoonsgegevens te verwerken en een uitzondering op dit verbod zich in deze zaak niet voordoet.

Facebookpost wel een verwerking van strafrechtelijke persoonsgegevens

Waar de rechtbank Den Haag juist stelde dat het om de gevonden zoekresultaten gaat, en niet om de inhoud van de webpagina’s waarnaar een koppeling in de zoekresultaten verwijst, overweegt de rechtbank Overijssel hier juist dat het in dit geval gaat om de inhoud van de Facebookpost die te vinden is door op het zoekresultaat te klikken. Dit leidt tot de conclusie dat er sprake is van een verwerking van strafrechtelijke gegevens:

De bronpagina bevat immers naast de volledige naam van [verzoeker] en een verwijzing naar zijn voormalige bedrijf, een kop waaruit, mede gelet op de context van de Facebookpagina (Community), kan worden afgeleid dat [verzoeker] zich (mogelijk) schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige, en de eis van de openbaar aanklager. Op basis daarvan oordeelt de rechtbank dat er ten aanzien van [verzoeker] sprake is van verwerking van gegevens waarvan in voldoende mate kan worden aangenomen dat sprake is van een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld ter zake strafbaar handelen.”

Maar, zegt de rechtbank, zelfs al zouden we in dit geval niet naar de inhoud van de bronpagina moeten kijken, maar alleen naar het zoekresultaat (inclusief de samenvatting die daarbij weergeven wordt), dan nog is er sprake van een verwerking van strafrechtelijke persoonsgegevens. De samenvatting bevat namelijk dusdanig specifieke kenmerken met betrekking tot de strafzaak, dat de verzoeker daarmee al geïdentificeerd kan worden.

Portret geen verwerking van bijzondere persoonsgegevens

Met betrekking tot het filmpje en de foto’s moet allereerst worden opgemerkt dat ook deze gegevens kwalificeren als bijzondere persoonsgegevens, waarvoor het strengere regime geldt (aangezien van een foto of afbeelding het ras van een persoon kan worden afgeleid). Het staat dus vast dat zoekresultaten van Google in de vorm van thumbnails (foto’s/afbeeldingen) beschouwd kunnen worden als verwerking van bijzondere persoonsgegevens. Daarna volgt de vraag of Google zich kan beroepen op een van de uitzonderingsgronden uit de Wbp.

Zo mogen bijzondere persoonsgegevens wel worden verwerkt als de betrokkene zijn uitdrukkelijke toestemming heeft gegeven of als de betrokkene de gegevens zelf al duidelijk openbaar heeft gemaakt. Op deze tweede uitzondering doet Google in deze zaak een beroep. En met succes. De rechtbank oordeelt namelijk dat uit de gedragingen van verzoeker blijkt dat deze de intentie had om de foto’s en het filmpje openbaar te maken:

De openbaar gemaakte gegevens hebben betrekking op zakelijke en reclame-activiteiten van [verzoeker] in het kader van zijn voormalige bedrijf [X] . Zo wordt in het You-tube-filmpje door [verzoeker] een ontwerp van [X] aangeprezen. [verzoeker] profileert zich derhalve uitdrukkelijk, via een filmpje en (een verwijzing naar) nieuwsberichten van [naam website] , waarin – onder meer een foto van hem is geplaatst met op de achtergrond het logo van zijn bedrijf – in de publiciteit om zijn voormalige bedrijf [X] te promoten.”

Gezien het bovenstaande moet Google alleen de verwijzing naar de Facebookpost verwijderen, maar hoeft Google dit niet te doen ten aanzien van de foto’s en het filmpje

Bron: itenrecht.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Lora

publicaties

Gerelateerde artikelen