Google hoeft een blog over een uitzending van Peter R. de Vries niet te verwijderen. Dat heeft het hof bepaald in een arrest van 26 juli 2016. Het hof heeft hiermee het vonnis van de rechtbank Den Haag van 16 september 2015 bekrachtigd.
Wat ging eraan vooraf?
Begin 2012 benaderen twee personen misdaadverslaggever Peter R. de Vries met de mededeling dat zij beschikken over een USB-stick met daarop een – met een verborgen camera gemaakte – opname van een gesprek van één van hen met appellant. Op de beelden is te zien dat een van de twee personen een gesprek voert met appellant over een uit te voeren moord waarbij Appellant de opdrachtgever is. Deze beelden gebruikt Peter R. de Vries vervolgens bij het maken van een tv-uitzending over de huurmoord, welke op 27 mei 2012 is uitgezonden. Deze bewuste aflevering van de misdaadverslaggever heeft geleid tot een interessante lijst van jurisprudentie. Voor wie het nog eens na wil lezen, dat kan hier, hier en hier.
Blog en aanleiding tot de zaak
Over het bovenstaande besluit een anonieme blogger een blog te plaatsen op het misdaadblog Pasteurella.blogspot.nl. Een platform dat door Google wordt geleverd en waarop gebruikers content kunnen plaatsen. In het bericht schrijft de blogger onder meer of de huurmoord en de (nog niet uitgezonden) aflevering daarover van Peter R. de Vries waarin de opdrachtgever van de moord bij naam genoemd wordt en tevens een (kleuren) portretfoto wordt getoond.
Publicatie blog niet onrechtmatig
Appellant vorder bij de rechtbank te Den Haag dat Google het bewuste artikel van haar domein verwijdert en dat Google de gegevens van de betreffende blogger verstrekt. De rechtbank wijst de vordering af omdat het artikel geen onmiskenbaar onrechtmatig karakter heeft. Het hof is het hiermee eens en wel om de volgende zeven redenen:
“4.4 Ten eerste dient het Artikel niet, althans niet louter de bevrediging van publieke nieuwsgierigheid. Het Artikel beschrijft de uitkomst van het kort geding tegen De Vries en de strafbare feiten waarvan De Vries appellant in zijn uitzending beschuldigt. Zowel die rechtszaak als die strafbare feiten kunnen onderwerp zijn van een debat van algemeen maatschappelijk belang. (…)
4.5. Ten tweede vinden de beschuldigingen die De Vries in zijn uitzending uit over appellant en die het Artikel beschrijft, duidelijk steun in het beschikbare feitenmateriaal. De beschuldiging is immers gebaseerd op filmbeelden die de feiten tonen. De authenticiteit van die beelden staat niet ter discussie. (…)
4.6. Ten derde bevat het Artikel voornamelijk informatie die ook door anderen is gepubliceerd. (…)
4.7. Ten vierde brengt de publicatie van de beschuldiging weliswaar schade toe aan de reputatie van appellant, maar, volgens vaste rechtspraak, kan geen beroep worden gedaan op het recht op bescherming van reputatie als het verlies van goede naam een voorzienbaar gevolg is van het eigen gedrag, zoals het plegen van een strafbaar feit.
4.8. Ten vijfde heeft Google naar voorlopig oordeel terecht aangevoerd dat de toon van het Artikel zakelijk is. (…)
4.9. Ten zesde berust de suggestie van appellant dat het Artikel een onjuiste indruk wekt, op een verkeerde lezing van het artikel. (…) Het Artikel beschrijft duidelijk en uitdrukkelijk dat het gaat om een kort geding dat is aangespannen door degene die een gesprek met appellant had gefilmd en die niet wilde dat De Vries die filmbeelden in zijn uitzending gebruikte zonder daarvoor te betalen.
4.10. Ten zevende is er in dit geval niet zoveel tijd verstreken sinds de datum van de feiten waarvan appellant wordt beschuldigd en/of de strafrechtelijke veroordeling voor die feiten dat het belang van appellant bij resocialisatie zwaarder moet wegen dan de uitingsvrijheid. Integendeel, het feit dat het hoger beroep in de strafzaak tegen appellant nog loopt, onderstreept dat er op dit moment nog een actueel maatschappelijk belang bestaat bij een publicatie over deze feiten.”
Op basis hiervan oordeel het hof dat de rechtbank de vorderingen van appellant terecht heeft afgewezen. De blogger handelt door de publicatie van het bericht niet onrechtmatig.
Wet bescherming persoonsgegevens
Interessant is dat in deze zaak tevens een beroep wordt gedaan op de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: “Wbp”). Het bericht van de blogger kan gekwalificeerd worden als een strafrechtelijk gegeven en op grond van de Wbp mogen strafrechtelijke gegevens in beginsel niet worden verwerkt. Deze regel is echter in dit geval niet van toepassing. Immers, op grond van artikel 3 lid 1 Wbp is de Wbp niet van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens voor zover dat noodzakelijk is voor journalistieke doeleinden. De eisen uit de Wbp waaraan verwerkingen van persoonsgegevens moeten voldoen, blijven in beginsel wel van toepassing. Maar ook over de toepasselijkheid hiervan zegt het hof dat dit afhankelijk is van een belangafweging van enerzijds het recht op privacy en anderzijds de vrijheid van meningsuiting en deze belangafweging valt, zoals hierboven is uiteengezet, in het voordeel van de blogger.
Slot
Dankzij deze uitspraak van het gerechtshof Den Haag, die vandaag is gepubliceerd, kan ik in ieder geval met een gerust hart deze – uitsluitend op feiten berustende – blog schrijven. Wat appellant – wiens naam ik hier niet zal noemen – heeft bewogen om op te komen tegen gebruik van zijn naam in deze specifieke blog, is de grote vraag. Tip: het kost je een simpele zoekopdracht in Google en nog geen 10 tellen om erachter te komen, wie appellant is in deze zaak.