Het woord ‘memory’ voor online geheugenspellen kwalificeert niet als merkgebruik, maar geeft slechts een beschrijving van een spel. Dat heeft de Amsterdamse rechtbank gisteren geoordeeld. Wat was de casus?
Ravensburger is houdster van het Benelux woordmerk MEMORY. Onder dit merk ontwerpt en fabriceert zij o.a. puzzels en spelletjes. Jaludo exploiteert een website waarop zij spellen publiceert, zoals Garfield Memory, My Cute Memory en Justin Bieber Memory.
Volgens Ravensburger maakt Jaludo’s gebruik van Memory inbreuk op haar merkrechten, en zij heeft Jaludo gesommeerd om ieder gebruik van het woordmerk MEMORY te staken en gestaakt te houden. Jaludo vindt echter dat er geen sprake is van merkgebruik, omdat zij het woord ‘memory’ niet gebruikt als aanduiding voor waren of diensten. De toevoeging van het woord ‘memory’ geeft een beschrijving van het online spel dat zij aanbiedt.
Voor de beantwoording van de vraag of er sprake is van merkgebruik, moet gekeken worden naar de opvattingen van het in aanmerking komende publiek. In deze zaak is dat de gewone consument die regelmatig online spellen speelt. Volgens de kort geding rechter zal dit publiek onmiddellijk begrijpen dat met het gebruik van het woord ‘memory’ wordt gedoeld op de inhoud van het spel en niet op het merk MEMORY. Het is immers karakteristiek voor het spel dat men gebruik moet maken van zijn geheugen.
Jaludo gebruikt het woord ‘memory’ niet als merk en de vorderingen van Ravensburger worden daarom afgewezen.
Met dank aan Lotte Rutgers
