020 530 0160

Facebook moet maatregelen treffen tegen advertenties van namaakproducten

Gepubliceerd op 15 januari 2019 categorieën , , ,

Tommy Hilfiger heeft Facebook in kort geding gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam. Het modemerk stelt dat Facebook aansprakelijk is voor de merk- en auteursrechtinbreuken die door verschillende adverteerders op Facebook worden gemaakt. De adverteerders in kwestie bieden namaakartikelen aan onder de naam ‘ Tommy Hilfiger’. Het modemerk vordert dat Facebook  deze inbreuken, door derden gemaakt op haar platform, staakt. Bovendien vordert Tommy Hilfiger onder meer de verstrekking van NAW-gegevens van de adverteerders die nepartikelen aanbieden. Tommy Hilfiger stelt tot slot dat Facebook doeltreffende maatregelen moet nemen om deze adverteerders van haar platform te weren zodat (toekomstige) inbreuken zoveel mogelijk worden voorkomen.

Facebook beroept zich vervolgens in kort geding op artikel 14 Richtlijn inzake Elektronische Handel (REH). Het artikel omvat een vrijwaring voor zogenoemde Internet Service Providers die fungeren als ‘neutrale’ tussenpersoon. Onder die omstandigheden is een platform als zodanig niet aansprakelijk voor de content die door haar gebruikers worden geplaatst. Tommy Hilfiger vindt echter dat Facebook niet kan worden aangemerkt als neutrale tussenpersoon omdat Facebook een actieve rol heeft met betrekking tot haar eigen advertentiedienst. Uit het advertentiebeleid van het social media platform volgt immers dat zij de inhoud van de advertenties vooraf controleert en daarmee dus in zekere zin de inhoud ook bepaalt. De voorzieningenrechter volgt Tommy Hilfiger in dit standpunt en wijst het beroep van Facebook op de vrijwaringsbepaling uit artikel 14REH af. Anders dan Tommy Hilfiger stelt, acht de voorzieningenrechter Facebook zelf niet te kwalificeren als inbreukmaker. Dit was anders geweest als Facebook fungeert als platform dat met name  zou worden gebruikt om daarop inbreukmakende advertenties te plaatsen.

Wel kan worden geconcludeerd dat de getroffen maatregelen die Facebook heeft genomen, niet effectief gebleken zijn nu de inbreukmakende advertenties blijven terugkomen. Facebook moet derhalve passende maatregelen treffen om (toekomstig) stelselmatig inbreuk zoveel mogelijk te voorkomen. De maatregelen die Facebook moet nemen zien op advertenties waarbij onmiskenbaar inbreuk wordt gepleegd. Tommy Hilfiger heeft voor dergelijke advertenties onder meer als kenmerken genoemd dat i) de advertentie, of de omschrijving daarvan, in gebrekkig Engels is of compleet irrelevant is, ii) de advertentie een melding bevat van gratis bezorging, iii) de adverteerders van de advertentie vlak voor het plaatsen daarvan ‘community’ pagina’s hebben aangemaakt. Het argument van Facebook dat Tommy Hilfiger op deze wijze een vrijbrief krijgt om op te treden tegen iedere adverteerder, ook als inbreuk niet is komen vast te staan, acht de voorzieningenrechter derhalve onjuist.

Wat betreft de verstrekking van de NAW-gegevens door Facebook stelt de voorzieningenrechter voorts dat voldoende aannemelijk is geworden dat de specifieke adverteerders inbreuk maken en dat er geen minder ingrijpende wegen openstaan om deze inbreukmakers, zonder NAW-gegevens, te identificeren. Bovendien dient het belang van Tommy Hilfiger zwaarder te wegen dan het privacybelang van de adverteerders. De adverteerders handelen immers bedrijfsmatig en maken stelselmatig inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van het kledingmerk. Ook Facebook zelf heeft geen zwaarwegend belang om zich tegen toewijzing van de vordering te verzetten, nu de maatregel tot het verstrekken van de gevraagde gegevens in lijn is met haar eigen advertentiebeleid.

De gehele uitspraak is hier te vinden.

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Jesse

publicaties

Gerelateerde artikelen