De langverwachte Wet bescherming bedrijfsgeheimen is deze week dan eindelijk aangenomen. Op 16 oktober jl. stemde de Eerste Kamer in met de wettekst die uitvoering gaat geven aan de Europese Richtlijn Bedrijfsgeheimen (2016/943). De omzettingstermijn was inmiddels al ruim overschreden. De uitvoeringswet had op 9 juni 2018 geïmplementeerd moeten zijn. Evenwel is de wetgeving nu beklonken. Hieronder volgt een korte toelichting.
Voorheen
Specifieke wetgeving met betrekking tot bedrijfsgeheimen was nog geen onderdeel van het huidige Nederlandse recht. Enkel waren er wat versplinterde bepalingen die bedrijven enige houvast boden om zo hun knowhow te beschermen. Zo wordt in overeenkomsten tussen partijen bijvoorbeeld regelmatig een non-disclosure agreement, ofwel een geheimhoudingsverklaring, opgenomen. Deze verklaring wordt veelal aangevuld met een boetebeding, inhoudende dat schending van deze geheimhoudingsverklaring een boete voor de partij in kwestie tot gevolg heeft. Er zijn echter omstandigheden denkbaar waarin er geen contractuele verhouding bestaat tussen partijen en derhalve ook geen contractuele afspraken zijn gemaakt over bedrijfsgevoelige informatie. Met name in deze gevallen biedt de wet nu uitkomst.
Definitie bedrijfsgeheim
Om als onderneming een beroep te kunnen doen op de nieuwe regelgeving moet de betreffende informatie allereerst vallen onder de definitie van bedrijfsgeheimen. Hiervoor zijn drie cumulatieve voorwaarden opgenomen:
1. de informatie mag niet algemeen bekend zijn bij of algemeen toegankelijk zijn voor personen binnen de kringen die zich gewoonlijk bezighouden met dergelijke informatie;
2. de informatie moet handelswaarde hebben; en
3. er moeten redelijke maatregelen zijn getroffen om de informatie ook daadwerkelijk geheim te houden.
Samengevat gaat het derhalve om geheime informatie, van economische waarde en waarvan de onderneming heeft getracht het op enige manier te beschermen. Deze bescherming kan zien op contractuele afspraken met werkgevers of andere contractpartijen, maar bijvoorbeeld ook op beveiliging door middel van encryptie.
Procedure
Vooralsnog zijn ondernemingen terughoudend als het gaat om procederen in het kader van bedrijfsgevoelige informatie. Onder de nieuwe wetgeving zal het echter mogelijk worden voor deze ondernemingen om informatie door de rechter als vertrouwelijk te laten bestempelen. Zodoende is het verboden voor andere partijen, of anderen die hier toegang toe hebben, om deze vertrouwelijke informatie openbaar te maken of te gebruiken. Bovendien vloeit schadeplichtigheid zowel voort uit het directe gebruik als het indirecte gebruik. In de Memorie van Toelichting wordt hier over gezegd:
“Het maakt niet uit of de inbreukmaker het bedrijfsgeheim direct of indirect verkreeg. Een fabrikant die een eindproduct op de markt brengt waarin hij een halffabricaat heeft verwerkt waarvan hij wist of had moeten weten dat dat werd vervaardigd met behulp van een onrechtmatig verkregen bedrijfsgeheim, is schadeplichtig, evenals degene die het halffabricaat zelf vervaardigde met behulp van het bedrijfsgeheim.”
Naast deze rechtsmiddelen bestaan er nog een aantal andere klassieke vorderingen die tegen de inbreukmaker kunnen worden ingesteld zoals beslaglegging en/of een verbod of staking. De gehele wettekst is verder hier te raadplegen.