Stichting Interculturele Ontmoetingsmanifestaties en Rakesh Jagai werd vorig jaar verboden een Indiaas dansevenement van 29 – 31 juli 2005 in het Haagse Zuiderpark “Indian Valley” te noemen. In zijn vonnis van 29 juli 2005 bepaalde de Haagse Voorzieningenrechter dat met deze naam inbreuk werd gemaakt op de merkrechten ten aanzien van “Dance Vallye” die op naam staan van Dance Vallye B.V. en Amsterdam Beheer B.V., de organisatoren van het jaarlijkse openlucht “Dance Vallye” festival te Spaarnwoude. Christiaan Alberdingk Thijm schreef hierover vorig jaar een nieuwsbericht op deze website.
Uit het vonnis van 22 februari 2006 van eveneens de Haagse Voorzieningenrechter blijkt dat dit muisje nog een staartje heeft gekregen. Direct na de uitspraak is het vonnis van 29 juli 2005 namelijk aan de Stichting en Jagai betekend door een deurwaarder. Pas vier dagen daarna zijn zij opgehouden met het gebruik van de domeinnaam indianvalley.nl. Ook hebben zij niet op het festival folders met een rectificatie uitgedeeld. Daarmee hebben de Stichting en Jagai het bevel uit het eerste vonnis genegeerd waardoor ze dwangsommen verbeurden. Dance Valley en Amsterdam Beheer hebben vervolgens beslag gelegd op de bankrekening van de Stichting bij de ABN-AMRO die vervolgens het tegoed van EUR 17.845,43 heeft overgemaakt naar een deurwaarder.
Stichting en Jagai hebben vervolgens geprobeerd in kort het tegoed terug te laten betalen, dan wel tenminste de dwangsommen te laten matigen. De Voorzieningenrechter wil daar niet aan omdat hij in kort geding terughoudend moet zijn met het toewijzen van geldvorderingen. De weinig rooskleurige financiële situatie van de Stichting die zij als reden aanvoert voor terugbetaling, vindt de rechter juist een reden om niet tot terugbetaling over te gaan. De rechter is er kennelijk beducht voor dat later wordt vastgesteld dat de Stichting en Jagai de dwangsommen inderdaad hebben verbeurd, maar het geld inmiddels verdwenen is