Apple en de FBI zijn met elkaar in conflict over het hacken van de iPhone van een terreurverdachte. Apple heeft het hackverzoek van de FBI geweigerd, omdat het bedrijf vreest voor de privacy van alle Apple-gebruikers. Het conflict tussen de FBI en Apple zorgt door de gigantische hoeveelheid aan media-aandacht voor een oplaaiing van het publieke debat tussen privacy vs. veiligheid.
Het hackverzoek ziet op de telefoon van de dader van de schietpartij in San Bernandino, Californië, die in december 2015 veertien mensen het leven kostte. De dader overleed later in een vuurgevecht met de politie. De FBI wenst meer over aanslag te weten te komen, zodat mogelijk toekomstige aanslagen voorkomen kunnen worden. Omdat de smartphone is versleuteld is het de FBI niet gelukt om bij de gegevens van het apparaat te komen.
Op verzoek van de FBI heeft een federale rechter uit Californië Apple vorige week – kort gezegd – bevolen speciale software te ontwikkelen om de iPhone te kunnen kraken. De FBI heeft in het verzoek verwezen naar de zogenaamde ‘All Writs Act’ uit de 18e eeuw, op grond waarvan de rechter een bevel kan geven om een bedrijf te verplichten tot een handeling. In het verleden zou de FBI deze wet al vaker hebben gebruikt om bepaalde smartphone fabrikanten beveiligingsmaatregelen te laten omzeilen, zo ook al eerder bij Apple.
Volgens het bevel van de Amerikaanse rechter had Apple vijf werkdagen om te reageren. In een open brief aan zijn klanten heeft Apple publiekelijk laten weten de beslissing van de rechter aan te vechten. Apple vreest dat het ontwikkelen van de gevraagde software een gevaarlijk precedent zal scheppen. Rechters kunnen in de toekomst naar deze zaak verwijzen waardoor Apple vaker surveillance software zal moeten bouwen om smartphones te kunnen kraken. Naast de angst voor een precedent is Apple bang dat de ‘achterdeurtjes’ voor de overheid ook door cybercriminelen en hackers kunnen worden ontdekt. Volgens The New York Times is Apple inmiddels bezig met nieuwe beveiligingsmaatregelen die het moeilijker maken om iPhones te kraken.
Het Amerikaanse Openbaar Ministerie (“OM”) is niet blij met de aanpak van Apple. “In plaats van te helpen bij een onderzoek naar een dodelijke terroristische aanslag en het bevel van deze rechtbank van 16 februari op te volgen, heeft Apple dit publiekelijk verworpen”. De houding van Apple komt volgens het OM louter voort uit een vrees voor zijn businessmodel en marketingstrategie.
Ondertussen wordt er in Amerika gewerkt aan een wetsvoorstel dat ervoor zorgt dat techbedrijven niet verplicht kunnen worden om encryptiebackdoors in hun producten aan te brengen. Deze zogenaamde Encrypt Act moet voorkomen dat een staat of lokale regering een producent kan dwingen de beveiliging van een product te ontwerpen of aan te passen zodat decryptie mogelijk is of dat autoriteiten het toestel in de gaten kunnen houden. Minister Van der Steur (Veiligheid & Justitie) heeft zich onlangs uitgelaten over encryptie. Volgens hem is het op dit moment niet wenselijk om “beperkende wettelijke maatregelen te nemen ten aanzien van de ontwikkeling, de beschikbaarheid en het gebruik van encryptie binnen Nederland”. Ook in Frankrijk sprak de regering zich onlangs uit tegen het bij wet verplichten van backdoors in encryptie.
Op 1 maart as zal er een hoorzitting voor het Amerikaanse Congres plaatsvinden, waarin het hackverzoek verder wordt behandeld.