Courtney Love, de weduwe van Kurt Cobain, is verbolgen over het feit dat Kurt als personage in de game Guitar Hero 5 verschijnt. De producent van de game, Activision, had daar kennelijk geen toestemming voor gevraagd.
Het bericht trok mijn aandacht omdat het niet vermeldt op grond waarvan Courtney Love bezwaar maakt tegen het voortleven van Kurt als avatar. Het meest voor de hand liggend is het portretrecht. Een personage in een game zal (althans in Nederland) al snel als een portret worden aangemerkt. Maar heeft iemand die is overleden nog steeds portretrechten?
Het gaat in dit geval duidelijk om een niet in opdracht gemaakt portret. Op grond van artikel 21 Auteurswet is het openbaar maken van een niet in opdracht gemaakt portret niet toegestaan als er geen toestemming is verkregen van de geportretteerde. De geportretteerde of, na zijn overlijden, zijn nabestaanden, moet(en) wel een redelijk belang hebben om zich tegen openbaarmaking van zijn portret te verzetten. Dat kunnen zowel morele belangen (bijvoorbeeld privacy) als commerciële belangen zijn.
Dit artikel beschermt dus in principe zowel de geportretteerde als diens nabestaanden. In het geval van Kurt in de game zal het waarschijnlijk vooral om commerciële belangen gaan. Courtney Love wil wellicht een vergoeding voor het commerciële gebruik van het portret van Kurt. In de Nederlandse juridische literatuur is men echter verdeeld over de vraag of nabestaanden nog een commercieel belang kunnen inroepen en een vergoeding kunnen vragen.
Uit de discussie – waarin ook oud Nirvana bandleden Grohl en Novoselic zich hebben gemengd – blijkt echter dat het ook om reputatie en integriteit gaat. In een gezamenlijke verklaring laten zij weten: “We are dismayed and very disappointed in the way a facsimile of Kurt is used in the Guitar Hero game”.
Jon Bon Jovi liet overigens gisteren weten dat hij Courtney Love heel goed begrijpt. Hij was zelf ook gevraagd voor de game en hij had bijna toestemming gegeven, “but no-one even broached the subject with me that I would be singing other people’s stuff.” En daar was Jon niet van gediend.
