Drieënveertig pagina’s, honderdzevenentwintig voetnoten en vijfentwintig prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie. Dat wijdt A-G Verkade aan de zaak Portakabin-Primakabin.
De zaak gaat kort gezegd over de merkenrechtelijke toelaatbaarheid van het gebruik van andermans merk als gesponsorde koppeling, ofwel als “Adword”. Primakabin en Portakabin procederen al jaren over deze kwestie, met zeer wisselende uitspraken tot gevolg. Zie onder meer mijn blog over het vonnis van de rechtbank Den Haag in de bodemprocedure.
Het gebruik van Adwords brengt zeer complexe juridische vraagstukken met zich mee. Volgens A-G Verkade is dit “een van de af en toe voorliggende zaken, die aanleiding geven tot een relatief (extreem) lange conclusie”. En dat is goed nieuws voor juristen. Want de conclusie bevat zeer interessante merkenrechtelijke overwegingen alsmede een omvangrijk overzicht aan binnenlandse en buitenlandse jurisprudentie op het gebied van Adwords en metatags. Om niet te vergeten de zeer gedetailleerde vragen aan het Hof van Justitie. Het is te hopen dat de Hoge Raad de conclusie van de A-G volgt, en dat het Hof van Justitie zich binnenkort zal uitspreken over de zaak.
Lees hier de conclusie van A-G Verkade.
