De anti-piraterij organisatie Brein moet bij de verzameling van IP-adressen op internet van bestandsuitwisselaars de betrokkenen informeren hierover. Dat blijkt uit onderzoek (PDF) dat het College bescherming persoonsgegevens (“Cbp”) heeft ingesteld naar de handelwijze van Brein. Het onderzoek is verricht op verzoek van Brein zelf.
Opvallend is dat het Cbp niet aangeeft hoe Brein de betrokkenen moet informeren. In veel gevallen heeft Brein louter een IP-adres en is afhankelijk van de ISP voor verstrekking van de NAW-gegevens van de betrokkene. Zoals in het onderzoek terecht wordt opgemerkt, zullen die NAW-gegevens meestal niet worden vertrekt door de ISP. De schrijver van het onderzoek, de heer Broekema, heeft eerder in het blad JAVI laten weten dat ISPs niet hoeven mee te werken bij het verstrekken van gegevens. Broekema zei toen:
“Het College volgt dat met belangstelling. Van belang is hoe de Stichting Brein achterhaalt wie dan wel die individuele gebruikers zijn en waar de benodigde gebruikersgegevens vandaan komen. Er zijn natuurlijk allang spelregels voor het in de gaten houden van internetgebruikers. Er zijn informatieplichten. De gebruikers moeten worden geïnformeerd over het gegevensgebruik. En er is zoiets als doelbinding. De gegevens die voor het ene doel zijn verzameld mogen niet zomaar voor een ander doel worden gebruikt. Het wordt anders als er een opsporingsbevel is. Maar zo een opsporingsbevel zal niet gemakkelijk worden verkregen. Zonder zo een bevel wordt het zeer twijfelachtig of die gegevens überhaupt rechtmatig kunnen worden verkregen. Ik denk ook niet dat internet providers zullen meewerken aan dit soort activiteiten. Die kijken wel uit. Ik zie niet snel gebeuren dat er zal worden ingebroken in computers van willekeurige gebruikers.
En als er dan tóch wat zou gebeuren, dan kunnen mensen klagen bij het College. Het College zal eerst de vraag stellen hoe de Stichting Brein (of wie dan ook) aan de gegevens van de gebruikers zijn gekomen. Hoe weet deze stichting om welke gebruikers het gaat? Daar zal de stichting dan een verklaring voor moeten geven. En daar worden de Wet bescherming persoonsgegevens en de Telecommunicatiewet relevant. Het feit dat er mogelijk van alles kan, betekent nog niet dat alles maar mag. Mijn auto gaat ook veel harder dan honderd-twintig km/u maar dat wil niet zeggen dat het mag. Voor persoonsgegevens en verkeersgegevens geldt een streng regime. Daar mag niet zomaar van alles mee. Het College zal dan ook erg kritisch gaan bekijken of het gegevensgebruik geoorloofd is.”
Verder verbiedt het Cbp Brein in het onderzoek de gegevens aan de Verenigde Straten te verstrekken. Dat zal een tegenvaller zijn, aangezien Brein de gegevens graag ter hand stelt aan haar zusterorganisatie RIAA in de VS.