Op 13 juni 2017 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) aangekondigd dat zij ambtshalve een onderzoek is gestart bij de Belastingdienst. De Belastingdienst is in Nederland belast met het verstrekken van btw-identificatienummers.
De AP heeft onderzocht of er een wettelijke grondslag is voor het gebruik van het burgerservicenummer (BSN) in btw-identificatienummers van zelfstandigen met een eenmanszaak (veelal zzp’ers) door de Belastingdienst.
Het BSN is een wettelijk identificatienummer en mag op basis van artikel 10 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Wabb) bij de verwerking van persoonsgegevens slechts worden gebruikt ter uitvoering van de betreffende wet dan wel voor doeleinden bij de wet bepaald.
De AP concludeert in haar onderzoek– kort samengevat – dat artikel 10 van de Wabb de Belastingdienst geen wettelijke grondslag biedt om het BSN zelfstandig te gebruiken in btw-identificatienummers. Een expliciete wettelijke grondslag voor deze verwerking van het BSN is echter verplicht op basis van artikel 46 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG). Aangezien artikel 10 van de Wabb geen wettelijke grondslag biedt is het gebruik van het BSN van zelfstandigen in btw-identificatienummers in strijd met artikel 46 van de UAVG.
Op 1 januari 2019 moet de Belastingdienst zijn gestopt met het gebruik van het BSN in het btw-nummer van ondernemers met een eenmanszaak. Maar de Belastingdienst heeft in een brief aan de Tweede Kamer al te kennen gegeven die deadline, gesteld door de Autoriteit Persoonsgegevens, niet te halen.
Het onderzoek van de AP is hier te lezen.