020 530 0160

Alleenstaande moeder moet beeldmateriaal kinderen van social media verwijderen

Gepubliceerd op 26 november 2018 categorieën , ,

Deze week viel mijn oog op een korte zaak in het kader van gezamenlijk gezag over kinderen. De feiten zijn als volgt: een Nederlandse man en een Spaanse vrouw trouwen in Nederland met elkaar, krijgen twee kinderen, maar besluiten op een gegeven moment te scheiden. Ze houden het gezamenlijke gezag over de kinderen, maar de kinderen hebben de hoofdverblijfplaats bij de moeder (die wel in Nederland is blijven wonen).

De moeder van de kinderen plaatst op regelmatige basis foto’s en filmpjes van kinderen op Instagram en Youtube, en verdient daar geld mee. De vader is het hier niet mee eens, wil dit verbieden en besluit daarop een verzoekschrift te richten aan de rechtbank te Den Haag. Hij beroept zich op artikel 1:253a BW, waarin het volgende is bepaald (lid 1):

  • “In geval van gezamenlijke uitoefening van het gezag kunnen geschillen hieromtrent op verzoek van de ouders of van een van hen aan de rechtbank worden voorgelegd. De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt.”

Kort gezegd vordert de vader dat de moeder het beeldmateriaal van de sociale media moet verwijderen, op straffe van een dwangsom van € 500,-. Het achterliggende argument van de vader is dat hij bang is dat de filmpjes onderwerp kunnen worden van pedofilie en/of pestgedrag, waar hij zijn kinderen tegen wil beschermen. De dwangsom vindt volgens hem rechtvaardiging in het feit dat de moeder een prikkel moet hebben moet hebben voor nakoming, mede gezien het feit dat zij geld verdient met het beeldmateriaal.

De moeder verweert zich door te stellen dat zij als buitenlandse moeder in Nederland wil laten zien aan haar volgers hoe de Nederlandse cultuur is, in het bijzonder in het kader van de opvoeding van kinderen. Ze heeft het beeldmateriaal bovendien met toestemming, medeweten en medewerking van de vader online gezet en heeft op deze manier van haar hobby haar werk kunnen maken. Volgens haar zijn er geen negatieve gevolgen voor de kinderen te verwachten, vooral omdat de huidige maatschappij nu eenmaal opgroeit met sociale media.

De rechtbank gaat niet in het verweer van de moeder mee. Het plaatsen van beeldmateriaal van kinderen is volgens de rechtbank een kwestie waarover ouders gezamenlijk dienen te beslissen, en dat geldt ook in deze zaak, omdat dit (in meer of mindere mate) ingrijpt op het leven van de kinderen. Door de moeder is niet voldoende aannemelijk gemaakt dat het door de vader geschetste risico niet aanwezig is. De rechtbank wijst het verzoek van de vader dus toe, maar zegt daarbij wel dat een begrensde openbaarmaking nadrukkelijk niet is uitgesloten.

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Mike Landerbarthold

publicaties

Gerelateerde artikelen