020 530 0160

AP: Bedrijven mogen mensen alleen bij hoge uitzondering met wifitracking volgen

Gepubliceerd op 7 december 2018 categorieën 

Wifitracking, het volgen van mensen op straat, in winkelcentra of stations via hun mobiele apparatuur is voor bedrijven slechts in zeer weinig gevallen, en onder zeer strikte voorwaarden, toegestaan, dat heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in een recent nieuwsbericht op de website benadrukt.

“Het is een groot goed om je in het openbaar onbespied te wanen. Het digitaal volgen van mensen op (semi-) openbare plekken is een inbreuk op de privacy die slechts bij uitzondering gebruikt mag worden. Er zijn vrijwel geen redenen die het volgen van winkelend publiek of reizigers rechtmatig maakt. Bovendien zijn er minder ingrijpende methoden om hetzelfde doel te bereiken, zonder schending van de privacy.”

2016: brief wifitracking

In 2016 heeft de AP winkels en gemeenten gewezen op de wettelijke eisen die gelden wanneer zij gebruik maken van wifi-tracking. Via wifitracking worden locatiegegevens samen met het unieke nummer van een mobiel apparaat (MAC-adres) opgeslagen en verwerkt. Organisaties mogen deze persoonsgegevens volgens de AVG alleen verwerken als zij daar een zogenoemde wettelijke grondslag voor hebben.

Voorafgaande toestemming van de betrokkenen is een van de grondslagen die genoemd is in de AVG. Een verantwoordelijke kan ervoor kiezen om wifitracking, of vergelijkbare technieken, zoals bluetooth tracking, in te zetten als betrokkenen daarvoor specifieke, op informatie berustende, toestemming hebben verleend. Dat kan bijvoorbeeld via een aparte app, of met behulp van incheckmethoden in winkels zoals voorafgaand aan het gebruik van een wifi-gastnetwerk, aldus de AP.

Het verwerken van persoonsgegevens door middel van wifitracking is ook toegestaan wanneer de verantwoordelijke kan onderbouwen dat dit noodzakelijk is voor het behartigen van een gerechtvaardigd belang. De gekozen werkwijze mag dan niet verder gaan dan strikt noodzakelijk is om het doel te bereiken het doel mag niet met minder ingrijpende middelen te verwezenlijken zijn. Het afbakenen van gebieden en periodes waarbinnen gemeten wordt is een voorbeeld van een waarborg op het gebied van proportionaliteit. De verantwoordelijke moet daarnaast ervoor zorgen dat er bij de gegevensverwerking rekening gehouden wordt met het recht van betrokkenen op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer. Een maatregel die daaraan bijdraagt is het anonimiseren van gegevens binnen 24 uur na vastlegging.

De AP maakt daarbij onderscheid tussen het verrichten van metingen binnen in winkels, bedrijven of instellingen en metingen buiten, op de openbare weg. Het verschil is gelegen in het feit dat de impact van wifitracking op de privacy groter is wanneer dit plaatsvindt in de openbare ruimte dan wanneer dit plaatsvindt in de context van het bezoek aan een specifiek bedrijf of organisatie.

In de openbare ruimte moeten mensen zich onbespied kunnen bewegen, zonder dat hun bewegingen in kaart worden gebracht. Of in dat geval ook een beroep kan worden gedaan op het gerechtvaardigd belang, hangt volgt de AP af van bijvoorbeeld af van wat het bereik van de metingen is, in hoeverre omwonenden of voorbijgangers geraakt worden door de gegevensverwerking en of zij zich hier aan kunnen onttrekken. Daarom vindt de AP dat voor wifitracking op de openbare weg meer waarborgen nodig zijn voor de de privacy dan voor wifi-tracking binnen de ruimte van een organisatie. “Een belangrijke waarborg in dit verband is het onmiddellijk en onomkeerbaar anonimiseren van gegevens, zodra deze door sensoren of andere meetinstrumenten worden vastgelegd. Deze waarborg reduceert het risico voor betrokkenen. De kans dat herleidbare personen over verschillende locaties en door de tijd heen gevolgd kunnen worden en/of anders behandeld kunnen worden op basis van over hen vastgelegde informatie wordt dan namelijk kleiner.”

Slot

Met het recente nieuwsbericht lijkt de AP vooralsnog enkel aandacht te willen vragen voor de privacyrechtelijke regels met betrekking tot wifitracking. Dat de AP nu terugkomt op haar eerdere advies uit 2016 over de mogelijkheden tot wifitracking lijkt daarom niet aan de orde. De AP herhaalt namelijk dat bedrijven wifitracking kunnen in de (semi-)openbare ruimte in theorie op drie wettelijke gronden kunnen baseren: “Naast toestemming zijn dat gerechtvaardigd belang of het uitvoeren van een overeenkomst. Bedrijven moeten dan wel aan strikte voorwaarden voldoen.”

Bron: www.autoriteitpersoonsgegevens.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Lora

publicaties

Gerelateerde artikelen