De hoogste Duitse rechter (het Bundesgerichtshof) heeft de volledige tekst van de uitspraak gepubliceerd waarin aan het Europese Hof van Justitie prejudiciële vragen worden gesteld over het gebruik van andermans merk in Google Adwords (via IPKat). Hopelijk komt daar snel een duidelijk antwoord op, want de lagere rechtspraak is het niet zo met elkaar eens, bleek afgelopen week maar weer.
Op 11 februari oordeelde het Hof van Beroep in Brussel (dat hier ook wat over te zeggen heeft omdat het om Benelux wetgeving gaat) nog dat gebruik van merken in Adwords geen gebruik anders dan ter onderscheiding van waren of diensten oplevert in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub d BVIE (hier de Franse uitspraak, hier de Engelse vertaling. Via Boek9). Dit omdat gedaagde eBay de AdWords gebruikt als herkomstaanduiding van de op haar website verkochte producten en niet voor andere doeleinden, zoals bijvoorbeeld het promoten van haar eigen website.
Op 26 februari oordeelde de Amsterdamse voorzieningenrechter dat Adwords wel gebruik opleveren (uitspraak). Het gebruik van de AdWords moest gestaakt worden, omdat hiermee een link naar de website van de eiser werd gelegd. Voldoende aannemelijk vond de voorzieningenrechter dat ook dit gebruik op grond van artikel 2.20, eerste lid sub d BVE een inbreuk oplevert op het merkrecht.