Gisteren is de rechtbank te Middelburg in haar tussenvonnis uitgebreid ingegaan op de Zeeuwse mossel-zaak tussen verschillende mosselkwekers/handelaren.
De mosselen (van de soort Mytilus Edulis) die zij verhandelen zijn afkomstig uit verschillende vangstgebieden. Hun handel bestaat deels uit mosselen die in Zeeuwse wateren (de Oosterschelde) zijn volgroeid en gevangen. Het mosselzaad voor deze mossels is niet altijd in Zeeland gevallen, maar wordt ook elders (bijvoorbeeld in de Waddenzee) opgevist en vervolgens in Zeeland uitgezet. Deze mosselen worden onder de aanduiding “Zeeuwse mosselen” op de markt gebracht. Voor een ander deel bestaat de handel uit buiten Zeeland volgroeide en gevangen mosselen.
Mosselen worden na de vangst en voor de verpakking enige tijd verwaterd. Dit verwateringsproces houdt in dat de mossels in ondiep water worden uitgezet en daar enige tijd blijven liggen. De mosselen kunnen dan ontzanden en tot rust komen en liggen klaar voor verdere verwerking. Verwatering vindt ook wel plaats in containers die aan wal staan.
De gedaagden, Prins & Dingemanse c.s. brengen ook mosselen die niet in Zeeuwse wateren, maar elders in het Noord-Oostelijk Atlantisch gebied, zijn volgroeid en gevangen onder de aanduiding “Zeeuwse mosselen” op de markt. Deze mosselen worden wel in Zeeland verwaterd, verwerkt en verpakt.
Eiseres, SE Zee-land heeft in januari 2007 mosselen geleverd aan supermarktkete Lidl in België. Deze mosselen waren verpakt en voorzien van een etiket met de naam “Zeeuwse Mosselen”. De mosselen waren (grotendeels) niet in Zeeland volgroeid en gevangen, maar afkomstig uit Denemarken en daar ook verwaterd, verwerkt en verpakt. SE Zee-land heeft de mosselen aan Lidl verkocht tegen een significant (33%) lagere prijs dan de marktprijs voor de “Zeeuwse mosselen” van Prins & Dingemanse c.s.
Prins & Dingemanse c.s menen dat SE Zee-land niet de aanduiding “Zeeuwse mosselen” mag gebruiken en vorderden in reconventie dat dat gebruik werd verboden. SE Zee-land verzocht de rechtbank in conventie onder meer te verklaren dat het gebruik van de aanduiding “Zeeuwse mosselen” voor haar mosselen wel was toegestaan dan wel subsidiair dat het gebruik van de aanduiding “Zeeuwse mosselen”door gedaagden dan ook ontoelaatbaar was.
De rechtbank doet vooralsnog geen uitspraak, maar overweegt in haar tussenvonnis wel dat:
“Nu er niet van kan worden uitgegaan dat de “Zeeuwse mossel” een soortnaam is geworden, is dit dus een herkomstaanduiding en dienen mosselen die als “Zeeuwse mossel” op de Nederlandse markt worden gebracht tenminste een band met Zeeland te hebben. Daarbij kunnen diverse factoren een rol spelen, waaronder de vraag of de mosselen in kwestie (ook) in Zeeland zijn verwerkt, verwaterd en/of verpakt.”
en vervolgens:
“De mosselen die SE Zeeland op de markt heeft gebracht hebben in het geheel geen relatie met Zeeland, terwijl die benaming dat wel suggereert. De benaming is daarom misleidend voor het gemiddelde publiek zodat het SE Zee-land niet vrij staat deze mosselen op die wijze op de markt te brengen.”
Met betrekking tot een van de subsidiaire verzoeken van SE Zee-land overweegt de rechtbank:
“Het feit dat de mosselen in biologische zin geen Zeeuwse mosselen zijn geworden door het verwateringproces, betekent nog niet dat in dit geval ook sprake is van misleiding van het publiek. Het staat immers vast dat bij deze mosselen in elk geval een deel van het consumptiegereed maken in Zeeland heeft plaatsgevonden. Hieruit kan de consument afleiden dat de mosselen in Zeeland aan bepaalde kwaliteitseisen zijn getoetst. Het belang van een herkomstaanduiding is met name gelegen in de veronderstelling dat het product aan een bepaalde kwaliteitsnorm voldoet. Of de mosselen die SE Zee-land op de markt heeft gebracht wellicht (tenminste) aan de zelfde kwaliteitsnormen voldoen, is in dit verband niet relevant. Het gaat bij de vraag of mededelingen misleidend zijn in de zin van artikel 6:194 BW immers om de subjectieve beleving van het publiek. “
Lees hier de uitspraak.
Voor mosselrecepten klik hier (site van een van de gedaagden).