020 530 0160

CRvB: DUO mag reisgegevens studenten opvragen in kader van fraudebestrijding

Gepubliceerd op 7 februari 2018 categorieën ,

De Centrale Raad van Beroep heeft deze week uitspraak gedaan over de vraag of de Dienst Uitvoering Onderwijs (“DUO”) reisgegevens van studenten mag inzien om na te gaan of studenten terecht gebruikmaken van de beurs voor uitwonende studenten. Hierbij wordt door DUO weliswaar inbreuk gemaakt op het recht op privacy van de studenten, maar dit weegt minder zwaar dan het bestrijden van fraude, zo oordeelde de hoogste bestuursrechter.

Fraude is een groot probleem voor DUO

Frauderende studenten zijn een groot probleem voor DUO. Zij zijn de afgelopen jaren dan ook steeds strenger en meer gaan controleren om misbruik tegen te gaan. In het kader van fraudebestrijding werden in een periode van twee jaar de reisgegevens van 377 studenten opgevraagd bij Translink, het bedrijf achter OV-chipkaart.

CRvB: gerechtvaardigde inbreuk op privacy

Beide partijen zijn in overeenstemming dat het verzamelen van reisgegevens inbreuk maakt op de privacy van de student. De CRvB deelt deze mening maar oordeelt voorts dat deze inbreuk te rechtvaardigen is door het behartigen van het belang van het economische welzijn van Nederland, waaronder fraudebestrijding van sociale uitkeringen wordt begrepen.  

r.o. 5.6.5 De reisgegevens van appellante zijn opgevraagd met het doel onderzoek te verrichten naar de rechtmatigheid van de aan haar verstrekte studiefinanciering, berekend naar de norm voor een uitwonende studerende. Dit doel kan, zoals ook volgt uit wat is overwogen onder 5.6.3, worden aangemerkt als het behartigen van het belang van het economisch welzijn van Nederland, waaronder mede moet worden begrepen het tegengaan en bestrijden van misbruik en fraude van sociale uitkeringen. Dit doel is gerechtvaardigd.

 

De CRvB oordeelt voorts dat het opvragen van de reisgegevens in dit geval voldoet aan het subsidiariteits- en proportionaliteitsvereiste. DUO had al diverse andere methoden ondernomen om de vermeende fraude te onderzoeken die niet succesvol waren gebleken, er stonden haar geen minder ingrijpende middelen ter beschikking.

r.o. 5.6.6 Het opvragen van de reisgegevens van appellante kan de toets van de subsidiariteit doorstaan. Met de minister kan worden aangenomen dat de toezichthouder, gelet op wat hij al had ondernomen, voor het verkrijgen van (extra) bewijsmiddelen niet (meer) een voor appellante (veel) minder ingrijpend middel ten dienste stond om de woonsituatie van appellante te onderzoeken.

Verder oordeelt de rechter dat er wat betreft de duur en omvang van het onderzoek ook niet buitenproportioneel is gehandeld door DUO. 

r.o. 5.6.7 Het opvragen van de reisgegevens van appellante over een periode van achttien maanden kan ook de toets van de proportionaliteit doorstaan. De toezichthouder heeft de reisgegevens van appellante niet opgevraagd om al haar gangen na te gaan, maar om, aan de hand van de geraadpleegde relevante in- en uitstapgegevens, haar gebruikelijke reispatroon vast te stellen en zo aanknopingspunten te vinden voor de beantwoording van de vraag waar zij feitelijk haar hoofdverblijf had. (…)

Reisgegevens hebben beperkte bewijskracht

De CRvB maakt hierbij wel een kanttekening: als zelfstandig bewijs, behoudens bijzondere omstandigheden, zullen reisgegevens niet voldoende zijn om aannemelijk te maken of aan te tonen dat een student niet woont op het adres waarop hij staat ingeschreven. Er kunnen namelijk oorzaken zijn die afwijkend reisgedrag kunnen verklaren. In deze zaak hoeft de student de studiebeurs uiteindelijk niet terug te betalen, de hoogste bestuursrechter oordeelde dat DUO niet voldoende aannemelijk heeft weten te maken dat er sprake was van fraude.

Bron: nos.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Mike Landerbarthold

publicaties

Gerelateerde artikelen