Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) heeft op 22 januari een advies verstuurd naar minister Wijn van Economische Zaken over het conceptwetsvoorstel ter implementatie van de Europese richtlijn dataretentie (20006/24/EG). Daaruit blijkt dat het CBP tevreden is over de verdeling tussen haar en OPTA met betrekking tot de toezichthoudende taken maar ook een aantal belangrijke punten van kritiek heeft. Het CBP maakt in hoofdlijnen bezwaar tegen de bewaartermijn van 18 maanden, de keuze voor delegatiebepalingen, de begrenzing van de toegang tot de bewaarde gegevens en de controlemiddelen op rechtmatig gebruik.
Het CBP geeft een flink aantal suggesties ter verbetering van het wetsvoorstel. Zo stelt het zelf een aanzienlijke kortere bewaartermijn van zes maanden voor. Een aantal essentiële zaken, zoals de bepaling wat voor soort gegevens bewaard moeten worden, of deze al dan nier centraal moeten worden opgeslagen, en bepalingen over de statistieken van de opgeslagen gegevens, zijn niet in het wetvoorstel zelf bepaald maar worden overgelaten aan gedelegeerden. Dit zijn juist zaken in de wet moeten worden vastgelegd vindt het CBP.
Lees hier het hele bericht, hier de brief naar de minister en hier het hele advies.