Greenpeace heeft rond de recentelijke Tweede Kamer verkiezingen campagne gevoerd voor schonere en veiligere energie waarbij zij het logo en een deel van de slagzin van de Overheidscampagne “Rampen vallen niet te plannen. Denk vooruit” gebruikte in advertenties in landelijke dagbladen en op een spandoek dat op het ministerie van VROM heeft gehangen. Naast het logo van de overheid en dat van Greenpeace waren in de campagne afbeeldingen te zien van onder meer kernreactoren waarbij de tekst “Denk vooruit” geplaatst was.
De Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam oordeelde op 22 december dat deze campagne, anders dan de Staat had aangevoerd, niet misleidend is noch in strijd met het merk- en/of auteursrecht van de Staat. De voorziengenrechter stelde voorop dat Greenpeace beroep toekomt op de vrijheid van meningsuiting. Na overwogen te hebben dat het overduidelijk was van wie de Greenpeace-campagne afkomstig was en de campagne een gekscherende element en duidelijke actuele maatschappijkritiek bevatte, honoreerde de voorzieningenrechter het beroep van Greenpace op de parodie-exceptie. Het beroep op het merkrecht van de Staat op het logo werd afgewezen aangezien dit niet diende ter onderscheiding van waren of diensten en werd gebruikt als blikvanger voor de eigen maatschappelijke actie van de Staat en Greenpeace door gebruik van het logo geen ongerechtvaardigd voordeel trok noch afbreuk deed aan het onderscheidend vermogen van het logo.
Lees hier het hele bericht en hier het hele vonnis.