020 530 0160

Hof Amsterdam: ISPs niet verplicht om gegevens van abonnees te verstrekken

Gisteren heeft het Hof Amsterdam arrest gewezen in de zaak ISPs/Brein. In dit arrest heeft het Hof het kort geding vonnis van de voorzieningenrechter te Utrecht van 12 juli 2005 bekrachtigd. In dit vonnis bepaalde de voorzieningenrechter – kort gezegd – dat vijf internet service providers (ISPs) niet verplicht waren op verzoek van stichting Brein gegevens over hun abonnees te verstrekken.


Brein vorderde van de ISPs de NAW-gegevens van abonnees die volgens haar illegale bestanden uitwisselden via peer-to-peer (P2P) software zoals Kazaa. Brein had zgn. IP-adressen van de abonnees verzameld en laten verzamelen. Volgens Brein zouden de ISPs de abonnees moeten kunnen identificeren met behulp van deze IP-adressen. De voorzieningenrechter heeft deze vordering afgewezen.


Brein had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.


Het Hof verwerpt in de eerste plaats de stelling van Brein dat op grond van het arrest Lycos/Pessers slechts aannemelijk moet zijn dat de IP-adressen betrekking hebben op abonnees die inbreuk plegen op het auteursrecht van de Brein aangesloten rechthebbenden. Volgens het Hof zijn de omstandigheden van de zaken verschillend en heeft de voorzieningenrechter terecht een zwaardere maatstaf gehanteert, namelijk of het buiten redelijke twijfel is dat de IP-adressen betrekking hebben op abonnees inbreuk plegen.


Met betrekking tot de vraag of de zoekmethode van Brein voldoende nauwkeurig is, overweegt het Hof dat deze vraag wegens tegenstrijdige verklaringen van partijen niet goed kan worden beoordeeld. Dit temeer nu het Kazaa netwerk voor een groot deel vervuild is door spoofed content en decoy-files. Volgens het Hof staat bovendien niet vast dat als een abonnee bestanden aanbiedt, de abonnee ook inbreuk pleegt op het auteursrecht van de bij Brein aangesloten rechthebbenden.


Vervolgens benadrukt het Hof dat een inbreuk op de privacy in beginsel een onrechtmatige daad oplevert, tenzij er een rechtsvaardigingsgrond is. Hierbij merkt het Hof op dat de internetgebruikers er niet op bedacht hoeven te zijn dat Brein hun shared folders bekijkt op mogelijke inbreuken op het auteursrecht, met name nu de internetgebruikers hiervan niet op de hoogte zijn.


Volgens het Hof is nader onderzoek naar de werkwijze van Brein noodzakelijk, omdat Brein om een ingrijpende beslissing met maatschappelijke implicaties heeft gevraagd. Vervolgens wijst het Hof de vorderingen van Brein af. 


Al met al stelt het Hof zich dus kritisch op ten opzichte van de werkwijze van Brein en heeft het Hof aangegeven dat de Lycos/Pessers-toets niet op de onderhavige zaak kan worden toegepast.


Lees hier het arrest van het Hof Amsterdam

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Vita Zwaan

publicaties

Gerelateerde artikelen