Vandaag heeft het Hof Arnhem het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem van 16 maart 2006 inzake NVM/Zoekallehuizen bekrachtigd.
Zoals wij eerder berichtten, heeft de voorzieningenrechter in dit vonnis geoordeeld dat de zoekmachine Zoekallehuizen.nl (ZAH) rechtmatig is.
De Nederlandse Vereniging van Makelaars en twee makelaars (NVM) voerden verschillende grieven aan tegen voornoemd vonnis, maar alle grieven zijn door het Hof verworpen. Het Hof overweegt ten eerste dat ZAH niet onrechtmatig jegens NVM en de makelaars handelt, aangezien de zoekactiviteit nauwelijks belastend is voor de websites van de makelaars en zij hierdoor ook geen noemenswaardig financieel nadeel lijden.
Vervolgens oordeelt het Hof dat de websites van NVM en de makelaars geen beschermde databanken vormen. Volgens het Hof is ook in hoger beroep niet aannemelijk gemaakt dat er substantieel is geïnvesteerd in de totstandkoming van de websites. Het Hof stelt dat de kosten die gemaakt worden voor het verzamelen van gevens over woningen, toch al moesten worden gemaakt. De kosten voor het maken van de websites zijn volgens het Hof ook niet interessant, omdat het de taak van de makelaars is te koop staande woningen bekend te maken en internet daartoe van onmisbare waarde is.
Of de websites en afzonderlijke pagina’s daarvan auteursrechtelijk beschermd zijn, laat het Hof in het midden, omdat volgens het Hof in casu het citaatrecht van artikel 15a Auteurswet van toepassing is. Volgens het Hof is hierbij beslissend dat de overname en vermelding van informatie door ZAH hetzelfde doel dient als het doel dat de makelaars nastreven. De handelwijze van ZAH moet worden gezien als het citeren uit een werk ten behoeve van een aankondiging. Bovendien is de door ZAH gegeven informatie zakelijk, functioneel en proportioneel. Verder kan de context van het gebruik niet als een vorm van aantasting worden gezien.
Ook oordeelt het Hof dat de technische maatregelen van NVM niet gericht zijn op het verhinderen van een openbaarmaking, maar op het deeplinken naar de website. Het eventueel omzeilen van deze maatregelen leidt daarom niet tot een openbaarmaking. De maatregelen zijn bovendien alleen gericht tegen ZAH en vallen daarom niet onder artikel 5 van de Databankenwet. Het omzeilen ervan is volgens het Hof daarom ook niet onrechtmatig. Dat is een interessante overweging van het Hof. Het betekent strikt genomen dat er een objectieve, algemene reden moet zijn om technische voorzieningen aan te brengen. Het buiten de deur houden van één partij valt daar blijkbaar niet onder. Ook het feit dat ZAH met haar zoekmachine niet de internet etiquette volgt, brengt niet met zich mee dat zij onrechtmatig heeft gehandeld.
“In het bijzonder het gebruik maken van voor de makelaars niet herkenbare IP-adressen kan niet als een verboden ontduiking van de beschermings- of beveiligingsmaatregelen worden beschouwd. Ook indien juist is dat andere zoekmachines maatregelen als robot.txt (die niet verhinderen doch slechts verzoeken) respecteren, volgt daaruit niet dat ZAH door het enkele feit dat zij zich niet aan deze “code” of “etiquette” houdt, onrechtmatig jegens de makelaars handelt.”
Ook het beroep op de algemene voorwaarden wordt door het Hof ten slotte afgewezen, omdat NVM zich niet eenzijdig een recht kan voorbehouden dat zij anders niet zou bezitten. Door middel van algemene voorwaarden kunnen evenmin de rechten van anderen worden beperkt of de werking van wettelijke uitzonderingen op het auteursrecht worden beperkt.
Ten overvloede voegt het Hof nog toe dat het advies van NVM aan de makelaars om maatregelen te nemen om te voorkomen dat ZAH gebruik maakt van hun websites, in strijd is met artikel 6 van de Mededingingswet.
Al met al wederom een pijnlijk verlies voor NVM. De uitspraak mag nu al een klassieker in het internetrecht worden genoemd.
Lees hier het arrest van het Hof Arnhem.