Internet service providers (ISPs) zijn niet verplicht om naam, adres en woonplaats (NAW) gegevens van abonnees op verzoek aan stichting Brein te verstrekken. Dat heeft de kort geding rechter te Utrecht vandaag bepaald. De uitspraak is een belangrijke overwinning voor het recht op privacy van internetgebruikers.
Brein vorderde van de ISPs de NAW-gegevens van abonnees die volgens haar illegale bestanden uitwisselden via peer-to-peer (P2P) software zoals Kazaa. Brein, die de belangen van de muziekindustrie behartigt, had een Amerikaans recherchebureau, MediaSentry, opdracht gegeven de zgn. IP-adressen van de abonnees te verzamelen. Volgens Brein zouden de ISPs de abonnees moeten kunnen identificeren met behulp van het IP-adres. De ISPs weigerden aan het verzoek te voldoen.
De rechter heeft nu bepaald dat dit terecht was. Volgens de rechter heeft Brein c.q. MediaSentry de gegevens op onrechtmatige wijze verkregen, namelijk in strijd met de Wetbescherming persoonsgegevens (Wbp) en het advies van het College bescherming persoonsgegevens (CBP). Daardoor heeft Brein de privacy van de abonnees geschonden.
Van belang daarbij acht de rechter dat Brein in strijd met het advies van het CBP een recherchebureau heeft ingeschakeld. Dit geldt te meer volgens de rechter nu het een Amerikaans bedrijf is en dat de VS geen passend niveau van privacybescherming heeft. Tot slot wijst de rechter erop dat MediaSentry de gehele “shared folder” van de abonnees doorzoekt, die mogelijk privacygevoelige informatie bevat.
“Dit klemt te meer, nu de service providers voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat MediaSentry met behulp van de software die zij gebruikt de inhoud van de “shared folders” van de betrokkenen IP-adressen onderzoekt. De voorzieningenrechter begrijpt dat het gaat om bestanden die zich op de (harde schijven van de) computers van gebruikers (waaronder abonnees van de service providers) bevinden. MediaSentry kan op deze wijze alle bestanden zien die een gebruiker in deze folders heeft opgeslagen. Daaronder kunnen zich ook bestanden bevinden die geen inbreuk maken op de rechten van een ander of die een persoonlijk karakter kunnen hebben.”
Gezien de onrechtmatige wijze waarop Brein de gegevens heeft verkregen, behoren ISPs het verzoek van Brein om NAW-gegevens te verstrekken te weigeren.
Verder merkt de rechter op dat voor toewijzing van een vordering als die van Brein slechts plaats kan zijn indien buiten redelijke twijfel staat dat de verzamelde IP-adressen betrekking hebben op de abonnees die beweerdelijk illegaal bestanden uitwisselen. De rechter is daar in dit geval niet van overtuigd en wijst op de vele fouten die Brein heeft gemaakt bij het melden van de IP-adressen aan de ISPs.
Christiaan Alberdingk Thijm, de advocaat van de ISPs: “Deze uitspraak is een belangrijke overwinning voor de privacy van internetgebruikers. De rechter bevestigt dat je als particuliere organisatie niet zomaar op de computer van internetgebruikers mag snuffelen en allerhande gegevens mag verzamelen.”
Lees hier de uitspraak.