De rechtbank Arnhem heeft gisteren een principieel vonnis gewezen over de rechtmatigheid van internet gokken. In deze bodemprocedure vraagt Ladbrokes, een Engelse goksite, aan de rechtbank voor recht te verklaren dat een verbod van Ladbokes om in Nederland kansspelen aan te bieden in strijd is met het Europese verdrag. Een verbod in Nederland van een Engelse site verhoudt zich immers slecht met het vrij verkeer van diensten in de Europese Unie. Eerder heeft de Europese rechter in de Gambelli-zaak randvoorwaarden gesteld aan een restrictief gokbeleid van de overheid. Het beleid van de overheid moet tot gevolg hebben dat deze echt verminderen. De rechtbank leidt dat niet af uit de jaarverslagen van De Lotto. Integendeel. De rechtbank wil nu van minister Donner horen wat hij van het beleid van De Lotto vindt. Dat kan interessant worden: Donner had als wetgevingsjurist kansspelen in zijn portefeuille. Hij houdt er niet van…
Lotto directeur Veenstra doet in een persbericht net alsof hij tevreden is met de uitspraak. “Het is goed dat grondig onderzoek wordt verricht in deze zaak. Wij wachten het antwoord van de minister af. Er is in deze procedure nog een lange weg te gaan.”
Dit tussenvonnis is de derde uitspraak van een rechter in dit langslepende conflict. Eerder stelden de voorzieningenrechter en het Gerechtshof in Arnhem De Lotto in het gelijk. De zaak loopt nu ook bij de Hoge Raad, die over enkele maanden uitspraak zal doen.
Deze uitspraak is inmiddels de negende uitspraak over gokaanbod vanuit het buitenland. Eerder traden De Lotto, Holland Casino en de Staatsloterij met succes op tegen aanbieders van buitenlandse internetcasino’s en andere aanbieders van kansspelen. Ik ben het nooit met deze uitspraken eens geweest. Lees hier mijn opiniestuk in het FD hierover.
Zie onder enkele relevante overwegingen van de rechtbank.
“De rechtbank stelt zich voor dat in het overheidsbeleid past dat de vergunninghouders zich ervan bewust zijn dat hun activiteiten erop gericht dienen te zijn dat de goklust van Nederlanders echt vermindert. Zoals de rechtbank in rechtsoverweging 4.20 heeft overwogen, dient “echt verminderen” (punt 62, Gambelli) aldus te worden uitgelegd, dat de gelegenheden om te spelen tengevolge van het restrictieve beleid relevant minder zijn dan zonder het restrictieve beleid en dat het beleid er niet op gericht behoeft te zijn dat het deelnemen aan kansspelen geheel wordt afgebouwd. In de overgelegde jaarverslagen van 2001 en 2002 van de Lotto en Holland Casino is van dat bewustzijn geen spoor te vinden.”
“De rechtbank stelt zich verder voor dat in een restrictief overheidsbeleid past dat de vergunninghouders op matige wijze reclame maken voor hun kansspelen, gericht op het doel dat degenen die al gokken, niet worden aangespoord nog meer te gokken en degenen die geen behoefte hebben te gokken zo min mogelijk in de verleiding worden gebracht, de stap naar de kansspelen te zetten. (…) Iedere Nederlander kan echter ervaren dat de vergunninghouders met hun marketingactiviteiten alomtegenwoordig zijn in de Ne-derlandse samenleving.”
“Vooralsnog oordeelt de rechtbank dat het Nederlandse kansspelbeleid, zoals het in concreto wordt uitgevoerd, ook bij inachtneming van de aan de overheid toekomende beoordelingsvrijheid onvoldoende restrictief is om te rechtvaardigen dat aanbieders van buitenlandse kansspelen wordt verboden op de voet van arti-kel 49 EG-verdrag hun diensten in Nederland te verrichten. Zij heeft echter behoefte aan een reactie van de Minister van Justitie, als vergunningverlenende instantie en verantwoordelijke bewindsman voor het kansspelbeleid, op deze voorlopige conclusies over de omzetontwikkelingen en de marketingbudgetten in de kansspelmarkt.”