De Europese Commissie heeft de Privacy richtlijn geëvalueerd in een rapport. Dit is de richtlijn die bij ons omgezet is in de Wet bescherming persoonsgegevens. In een tijd waarin privacy onder druk staat door terrorisme en een algemeen gevoel van onveiligheid, wijst de Commissie op een uitspraak van het Europees Hof van Justitie uit 1978: “States may not , in the name of the struggle against espionage and terrorism, adopt whatever measures they deem appropriate the danger (is that) of undermining or even destroying democracy on the ground of defending it.”
Ondanks het feit dat de richtlijn een zeer hoog niveau van privacybescherming introduceert, merken burgers daar weinig van. De Commissie: “This paradox requires further reflection. A preliminary analysis would suggest that at least part of the problem is attributable to an incomplete application of the rules.”
Het is een feit van algemene bekendheid dat de richtlijn nauwelijks wordt gehandhaafd. Een van de belangrijkste redenen is de onderbezetting van toezichthouders als het College bescherming persoonsgegevens. De Commissie is hier bezorgd over: “[I]f these tendencies are confirmed, they are reasons for serious concern and reflections need to be undertaken between the Commission and the Member States and the supervisory authorities to determine their causes and design feasible solutions.”
