Recent is door een uitspraak van de rechtbank Amsterdam weer een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de al meer dan twintig jaar durende juridische strijd tussen Red Bull en The Bulldog. De rechtbank heeft nu geoordeeld dat Red Bull onrechtmatig heeft gehandeld jegens The Bulldog, doordat zij de exploitatie van “The Bulldog Energy drink” heeft verhinderd. Is het einde van de strijd dan eindelijk in zicht?
Wat eraan vooraf ging
De strijd gaat terug tot eind jaren negentig, als The Bulldog energiedrank op de markt brengt onder de naam “The Bulldog Energy Drink”. Daarover is in 2003 een geschil ontstaan tussen Red Bull en The Bulldog. Volgens Red Bull werd inbreuk gemaakt op haar merkrechten, waarover vervolgens twaalf jaar lang is geprocedeerd. Red Bull hanteerde daarbij zoals geschreven in de eerste sommatiebrief uit 2003 een “strict and aggressive enforcement policy with regard to its exclusive trademark rights”.
Bij vonnis van 17 januari 2007 werden de vorderingen van Red Bull afgewezen. In hoger beroep is bij arrest van 2 februari 2010 het vonnis van de rechtbank vernietigd en is aan The Bulldog alsnog een verbod op de verkoop van de energiedranken opgelegd. Na betekening van het arrest is The Bulldog bevolen de inbreuk op de merkrechten van Red Bull en dus de verkoop van de energiedranken met het teken “Bulldog” te staken.
Bij arrest van 13 februari 2015 heeft de Hoge Raad na een prejudiciële verwijzing naar het HvJEU, het arrest uit 2010 vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof Den Haag. Het hof heeft vervolgens op 14 maart 2017 het eerdere vonnis van 17 januari 2007 bekrachtigd. Er was daardoor opnieuw geen sprake van enig inbreuk op de merkrechten van Red Bull door The Bulldog.
Onrechtmatig handelen Red Bull
The Bulldog heeft in de meest recente rechtszaak naast schadevergoeding, gevorderd dat Red Bull onrechtmatig heeft gehandeld door indirect te verhinderen dat The Bulldog Energy Drink kon worden geëxploiteerd. In het bijzonder door betekening van het arrest uit 2010 en de dreigende executie daarvan.
Op grond van vaste rechtspraak kan worden aangenomen dat de partij die door dreiging met executie van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis de wederpartij heeft gedwongen tot nakoming van dat vonnis, voordat dit in kracht van gewijsde is gegaan, in beginsel onrechtmatig handelt en schadeplichtig is wanneer het vonnis in hoger beroep wordt vernietigd. Betekening van het vonnis ter inleiding van de executie is in beginsel voldoende om aan te nemen dat sprake is van dreiging met executie. Deze risicoaansprakelijkheid bij onrechtmatige executie is ook van toepassing wanneer een arrest van een gerechtshof later in cassatie wordt vernietigd door de Hoge Raad. Red Bull heeft gedreigd met de (onrechtmatige) executie naar The Bulldog, in dezelfde periode waarin nog cassatie kon worden ingesteld. Nu de executie onrechtmatig is en het aanvankelijke vonnis is bekrachtigd, heeft Red Bull onrechtmatig gehandeld jegens The Bulldog, aldus de rechter.
Bijzondere omstandigheid: onrechtmatigheid jegens In- en Verkoop B.V.
Interessante omstandigheid in deze zaak is dat The Bulldog ook schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen jegens haar In- en Verkoop B.V. (hierna: Verkoop) heeft gevorderd. Verkoop was immers geen procespartij bij eerdere rechtszaken. Sterker nog, Red Bull werd pas per brief van 16 februari 2011 op de hoogte gesteld dat Verkoop de feitelijke exploitant van The Bulldog Energy Drink was.
Red Bull heeft betwist dat de risicoaansprakelijkheid wegens onrechtmatige executie van het arrest uit 2010 ook geldt tegen Verkoop, aangezien dit niet aan Verkoop is gewezen. Dit betekent volgens Red Bull dat Verkoop niet gebonden is aan het arrest. Bovendien heeft Red Bull het arrest niet aan haar betekend .
Volgens de rechter is voor onrechtmatige executie niet noodzakelijk dat al sprake is van executiemaatregelen. De enkele dreiging met executie is voldoende. De rechter overweegt dat in zijn algemeenheid niet kan worden gezegd dat de onrechtmatige executie ook geldt tegen een derde zoals Verkoop, waaraan het arrest niet is betekend. Daarvoor is vereist dat ook tegen die derde sprake is van dreigende executie. De rechtbank oordeelt dat daar, gezien de omstandigheden, sprake van is en dat de risicoaansprakelijkheid bij onrechtmatige executie ook op Verkoop van toepassing is.
De rechtbank achtte daarvoor verschillende omstandigheden relevant. Onder andere de brief uit 2003 met de mededeling dat Red Bull een strikt en agressief handhavingsbeleid voert is daarbij van belang. Destijds werd bovendien gemeld dat Red Bull soortgelijke procedures tegen The Bulldog zal starten in alle andere rechtsgebieden waar zij haar inbreukmakende producten verkoopt. Ook alle distributeurs van The Bulldog hebben dergelijke sommatiebrieven ontvangen. Uit deze handelswijze en de proceshouding blijkt volgens de rechter dat Red Bull de gehele exploitatie van de energiedrank wilde stoppen. In dat licht oordeelt de rechtbank dat de dreiging met executie door de betekening van het arrest uit 2010 gericht was tegen elk onderdeel van de onderneming die The Bulldog Energy Drink produceert en distribueert, waaronder Verkoop.
De vraag of de strijd nu eindelijk voorbij is, kan nog niet worden beantwoord, maar het einde lijkt in ieder geval in zicht. Naast de risicoaansprakelijkheid wegens onrechtmatige executie, heeft Red Bull met de dreigende executie Verkoop verhinderd om The Bulldog Energy Drink te exploiteren. Dit betekent concreet dat Red Bull aansprakelijk is voor de schade die Verkoop heeft geleden. De omvang van de schadevergoeding zal in verdere behandeling moeten worden vastgesteld.
Deze blog is geschreven door Ramon van Zonneveld