Zoals vrijwel iedere internettende Nederlander inmiddels weet, geldt sinds de uitspraak van het Europese Hof van Justitie in de zaak ACI/Stichting Thuiskopie van 10 april effectief een downloadverbod in ons land. Immers, de uitzondering voor het kopiëren van auteursrechtelijk beschermde werken voor privégebruik (artikel 16c Auteurswet) mag kopieën uit legale en illegale bron niet gelijkstellen. Sterker nog: het toestaan van het maken van kopieën van onrechtmatig geüpload materiaal werkt, aldus het Hof, de verspreiding van zulke bestanden in de hand en heeft negatieve gevolgen voor de normale exploitatie van beschermde werken. Conclusie: de Nederlandse wetgever mag het downloaden uit illegale bron niet rechtvaardigen met een uitzondering op het auteursrecht, nu dit de goede werking van de interne markt ondermijnt.
Ondanks het feit dat er na deze uitspraak van het Hof niet anders geoordeeld kan worden dat er per direct een verbod op het downloaden van illegaal geüpload materiaal in Nederland van kracht is, lijkt een deel van de Tweede Kamerleden zich daar niet bij te willen neerleggen. Zo heeft Kees Verhoeven (D66) aan Nu.nl laten weten niet te geloven in het downloadverbod, nu “verboden in zulke gevallen niet helpen.” Hij gelooft meer in het vergroten van het legale aanbod op internet, waarmee illegaal downloaden wordt teruggedrongen.
Ook Astrid Oosenbrug (PvdA) is “een beetje allergisch voor verboden” en pakt het illegaal downloaden van muziek liever op een constructieve manier aan. Daarnaast baalt ze er kennelijk van dat staatssecretaris Teeven het downloadverbod via de media heeft afgekondigd en ze via deze kanalen over deze “nieuwe maatregel” moest horen. Volgens haar heerst er zodoende veel onduidelijkheid omtrent het downloadverbod in Nederland. Om deze onduidelijkheden weg te nemen heeft zij een debat met staatssecretaris Teeven aangevraagd.
Naar aanleiding van de opmerkingen van deze Kamerleden kan het, wat mij betreft, geen kwaad om in het debat met Teeven de tijd te nemen om de politici kort de kern van het auteursrecht bij te brengen. Het is in dit geval namelijk simpelweg zo dat de Nederlandse wetgever een te brede uitzondering op het verveelvoudigingsmonopolie van de auteursrechthebbende hanteerde, waarvoor zij door de hoogste Europese rechter is teruggefloten. Sinds de uitspraak van het Hof is ook in Nederland de auteursrechthebbende exclusief bevoegd om iemand al dan niet toestemming te geven om zijn muziek te downloaden. Zonder deze toestemming van de rechthebbende is het dus verboden om dit materiaal van het internet te plukken. Als iemand dus verantwoordelijk is voor het invoeren van deze “nieuwe maatregel” in Nederland, dan is dat wel het Hof van Justitie.
Er zit derhalve voor Verhoeven en Oosenbrug niet veel anders op dan zich neer te leggen bij het downloadverbod, of zij daar nou in geloven of niet. Dat staat totaal los van de omvang van het legale aanbod op internet, waarvoor de auteursrechthebbende voor verveelvoudiging wel toestemming heeft gegeven. Het komt er zelfs op neer dat de Tweede Kamer, als onderdeel van de wetgevende macht, uiteindelijk zelf verantwoordelijk is geweest voor de verkeerde toepassing van de thuiskopie-exceptie in het Nederlandse recht, waarvoor zij nu op de vingers wordt getikt. In december 2012 was Kees Verhoeven zelf nog verantwoordelijk voor het tegenhouden van een downloadverbod, waarvoor hij nu dus toch moet zwichten.
Ik ben in ieder geval benieuwd naar de uitkomst van het debat en hoop dat de onduidelijkheden omtrent het downloadverbod daarna in ieder geval bij de Kamerleden zijn weggenomen.