Op 15 januari 2015 heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat Ryanair contractuele beperkingen mag stellen aan het gebruik van de databank met vluchtgegevens door derden. Een databank die niet voldoet aan de vereisten voor auteursrechtelijke bescherming of databankenrechtelijke bescherming valt immers niet onder de toepassing van de Databankenrichtlijn.
Tot deze conclusie kwam het Hof naar aanleiding van de volgende prejudiciële vraag: “Strekt de werking van de Datenbankenrichtlijn zich mede uit tot online databanken die niet, op de voet van hoofdstuk II van de richtlijn, worden beschermd door het auteursrecht en ook niet, op de voet van hoofdstuk III, door een recht sui generis, en wel in die zin dat ook in zoverre de vrijheid om gebruik te maken van dergelijke databanken met (al dan niet overeenkomstige) toepassing van de artikelen 6, lid 1, en 8, in verbinding met artikel 15 DbRl, niet contractueel mag worden beperkt?” Deze moeilijk geformuleerde vraag is door het Hof eigenlijk vrij simpel beantwoord. Hieronder wordt kort besproken wat eraan vooraf ging, wat de prejudiciële vraag eigenlijk inhoudt en wat het antwoord is van het Hof.
Wat ging eraan vooraf?
PR Aviation exploiteert een website waarop consumenten vluchtgegevens van low-cost luchtvaartmaatschappijen kunnen vinden. De gegevens die hiervoor nodig zijn haalt PR Aviation onder meer uit de databank op de voor consumenten toegankelijke website van Ryanair. Ryanair vond dat inbreuk werd gemaakt op haar auteursrecht, dan wel databankenrecht. De Rechtbank oordeelde in eerste aanleg dat inbreuk werd gemaakt op de databank van Ryanair. Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat geen sprake was van inbreuk op de databank van Ryanair. In artikel 24a Auteurswet staat namelijk dat ‘normaal gebruik’ door een rechtmatige gebruiker geen inbreuk met zich meebrengt. Op grond van artikel 24a Auteurswet kon volgens het Amsterdamse Hof de handelswijze van PR Aviation worden aangemerkt als ‘normaal gebruik’ van de databank. De Hoge Raad oordeelde dat geen sprake was van auteursrechtelijke bescherming van de databank en ook geen databankenrechtelijke bescherming voor de databank van Ryanair, maar stelde vervolgens de hierboven geciteerde vraag.
Waarover gaat de prejudiciële vraag nou eigenlijk?
Volgens het Hof moet de bezoeker, om toegang te krijgen tot de website van Ryanair, de algemene voorwaarden accepteren. In deze algemene voorwaarden was onder meer het beding opgenomen dat uitsluitend gebruik mag worden gemaakt van de website van Ryanair voor niet-commerciële doeleinden. Daarnaast is het zogenaamde ‘screen scraping’ ook niet toegestaan op grond van de algemene voorwaarden. Ryanair was van mening dat PR Aviation in strijd handelde met de algemene voorwaarden. PR Aviation was van mening dat artikel 24a lid 3 Auteurswet van toepassing is, waarin staat dat niet ten nadele van de rechtmatige gebruiker beperkingen aan het gebruik van de databank mogen worden gesteld.
Artikel 24a Auteurswet is een implementatie van de artikelen 6 lid 1, 8 en 15 Databankenrichtlijn. Het toepassingsgebied van de Databankenrichtlijn is volgens hoofdstuk 1 van de richtlijn niet beperkt tot de databanken die onder auteursrechtelijke of databankenrechtelijke bescherming vallen, en het is op basis daarvan denkbaar dat dit betekent dat wat ten aanzien van beschermde databanken niet mag worden verboden, bij onbeschermde databanken evenmin mag worden verboden. De Hoge Raad vraagt zich in dit kader terecht af of PR Aviation wel het recht van artikel 24a Auteurswet toekomt, wanneer de databank eigenlijk onder geen van de beschermingsregimes van de Databankenrichtlijn valt. Met andere woorden: kan Ryanair het normale gebruik van de databank in haar algemene voorwaarden beperken?
Wat oordeelde het Hof?
Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de Databankenrichtlijn voorziet in twee soorten van rechtsbescherming voor databanken. Allereerst bestaat bescherming door het auteursrecht en dit zijn databanken die door de keuze of de rangschikking van de stof een eigen intellectuele schepping van de maker vormen. Daarnaast biedt de Databankenrichtlijn bescherming op grond van het sui generis databankrecht en dit geldt enkel voor databanken waarvan de verkrijging, de controle of de presenstatie van de inhoud in kwalitatief opzicht of kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering. Een databank die niet onder een van deze twee soorten valt, daarop is de Databankenrichtlijn niet van toepassing. Dit brengt met zich mee dat de artikelen die bepaalde rechten meebrengen voor de rechtmatige gebruiker ook niet van toepassing zijn op niet beschermde databanken en dit betekent dat de Databankenrichtlijn zich niet verzet tegen contractuele bedingen die de voorwaarden voor het gebruik van een dergelijke databank regelen.
Is nu alles duidelijk?
Het lijkt erop dat het Hof duidelijk heeft gemaakt dat de Databankenrichtlijn in zijn geheel geen toepassing vindt voor databanken die niet door het auteursrecht of de databankenrecht worden beschermd. Het gebruik van een onbeschermde databank kan dus contractueel worden beperkt. Een interessante vraag blijft in hoeverre door PR Aviation de algemene voorwaarden wel zijn aanvaard. Het is immers geen persoon die op de website van Ryanair het hokje aan vinkt waardoor de algemene voorwaarden worden aanvaard, maar een computerprogramma zoekt in de databank van Ryanair naar vluchten. Daarnaast is het de vraag of de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam wel klopt, waarin is geoordeeld dat het gebruik door PR Aviation kan worden aangemerkt als normaal gebruik. Hierover is wellicht het laatste woord nog niet gezegd.
Geschreven in samenwerking met Margot Kuijpers