Vanmorgen viel mijn oog voor de verandering eens op een strafzaak. Kort gezegd speelde het volgende. Drie verdachten zouden in de periode tussen 1 juni 2008 tot en met 31 januari 2009 facturen hebben gestuurd namens de Kamer van Koophandel (hierna: KvK), met onder meer de volgende inhoud:
– “ Let op A.U.B.! Ons nieuwe bankreknr. is: [nummer] ,
– Momenteel staat u met uw bedrijfsgegevens in het KvKhandelsregister geregistreerd,
– Wegens automatisering bieden wij u een nieuwe toegangscode aan (…),
– Vanaf heden zijn de kosten (…),
– Nieuw Op onze website zijn de volgende functies beschikbaar (…),
– Uw bijdrage voor het jaar 2009
Bijdrage 2009 125,21
BTW 19% 23,79
Totaal bedrag 149,00.“
Hierop wordt aan één van de verdachten oplichting (326 Sr.) en opzettelijke auteursrechtinbreuk (31 Aw.) ten laste gelegd. Het hof gaat hierin mee, en legt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden op wegens oplichting en opzettelijke auteursrechtinbreuk:
“Verdachte heeft zich samen met twee medeverdachten schuldig gemaakt aan oplichting. Zij hebben een groot aantal ondernemers opgelicht door hen een brief met acceptgirokaart te sturen waarin de indruk werd gewekt dat het ging om de betaling van de jaarlijkse bijdrage voor de Kamer van Koophandel. […] Zij hebben door de opmaak, het kleurgebruik, de tekstvlakverdeling en het tijdstip van verzending ten onrechte bij ondernemers de indruk gewekt dat de betreffende brief afkomstig was van de Kamer van Koophandel.”
en
“Daarnaast hebben verdachte en zijn mededaders een inbreuk gemaakt op het Auteursrecht van de Kamer van Koophandel door het woordmerk van de Kamer van Koophandel, te weten ‘KvK’, in de betreffende werken op te nemen. De bescherming van het auteursrecht heeft tot doel een zeker vertrouwen te waarborgen dat hetgeen aangeboden wordt, ook daadwerkelijk afkomstig is van degene die er op vermeld staat. Verdachte en zijn mededaders hebben dit vertrouwen geschonden.”
Vooral de laatste overweging vind ik interessant. Door het woordmerk van de KvK te gebruiken, is sprake van auteursrechtinbreuk. De uitkomst van de zaak begrijp ik, maar de formulering lijkt mij wel een beetje krom. Ook de grondslag van het ‘auteursrecht’ vind ik bijzonder: ik dacht namelijk altijd dat dit juist de grondslag was van het merkenrecht. Maar goed, we zagen al eerder dat het strafrecht en het intellectuele eigendom niet zo’n goede combinatie zijn.