In het eerste Bitcoingerelateerde civiele vonnis in Nederland heeft de rechtbank Overijssel geoordeeld dat Bitcoin geen geld in de zin van het Burgerlijk Wetboek is. De procedure draait om de vraag wat de schade is wanneer een overeenkomst tot betaling van een bedrag in Bitcoin niet nagekomen wordt.
De zaak
Partij A kocht van Partij B 2750 bitcoins voor in totaal ongeveer €22.000. Partij A betaalde dat bedrag netjes, maar kreeg vervolgens slechts 990 bitcoins geleverd, 1760 bitcoins te weinig dus. Na een aanmaning en een ingebrekestelling zag partij A uiteindelijk geen andere optie dan de overeenkomst gedeeltelijk te ontbinden, te weten voor het deel dat nog niet nagekomen was door partij B. De gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst heeft in de eerste plaats tot gevolg dat B het teveel betaalde bedrag van ongeveer €14.000 moet terugbetalen aan A. Daarnaast moet B de schade vergoeden die A lijdt als gevolg van het feit dat de overeenkomst niet (geheel) doorgaat. Maar hoe hoog is die schade?
Iedereen kan aanvoelen dat dit afhangt van de waarde van de Bitcoin, maar de grote vraag is: naar welke datum moet de omrekening plaatsvinden? Belangrijk is dat na de ontbinding van de overeenkomst de waarde van Bitcoin flink gestegen is (ca 800%).
Nu kent het Burgerlijk Wetboek een regeling die voor deze situatie lijkt geschreven:
“6:125 BW
Artikel 119 laat onverlet het recht van de schuldeiser op vergoeding van de schade die hij heeft geleden, doordat na het intreden van het verzuim de koers van het geld tot betaling waarvan de verbintenis strekt, zich ten opzichte van het geld van een of meerdere landen heeft gewijzigd.”
Voor toepassing van dit artikel is echter wel vereist dat er sprake is van een verbintenis tot betaling van een som geld in de zin van het Burgerlijk Wetboek. Klein probleem: noch het BW, noch enige andere Nederlandse wet, kent een definitie van “geld”. De Wet op het financieel toezicht geeft definities van elektronisch geld, of van een financieel product, maar niet van geld. De vraag die aan de rechtbank voorlag is of Bitcoin kan worden gezien als “geld” in de zin van art. 6:125 BW. Zo ja, dan zou partij B de actuele waarde van de Bitcoins moeten vergoeden, die in deze zaak uitkwam op meer dan EUR 130.000,-
Beoordeling van de rechter
De rechtbank Overijssel is van mening dat Bitcoin niet gezien kan worden als geld, maar als ruilmiddel en beargumenteert dat als volgt. In de eerste plaats stelt de rechtbank vast dat op grond van de parlementaire geschiedenis moet worden vastgesteld dat er in het BW bewust niet is gekozen voor de term “wettig betaalmiddel”, zodat ook geldvormen die hun bestaan niet aan de Staat ontlenen ook onder het begrip geld kunnen vallen. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de Bitcoin geen wettig betaalmiddel is in Nederland. Dat zijn immers alleen de eurobiljetten en euromunten uitgegeven door de ECB. De rechtbank merkt dan op dat de Minister van Financiën in antwoord op Kamervragen heeft gesteld dat Bitcoin niet voldoet aan de definitie van elektronisch geld.
Mede op grond hiervan komt de rechtbank tot de conclusie dat de Bitcoin geen ‘gangbaar’ geld is in de zin van het Burgerlijk Wetboek, zodat artikel 6:125 geen toepassing kan vinden. Naar onze mening ontbreekt er echter een stap in de argumentatie van de rechtbank. In feite stelt is de redenering van de rechtbank als volgt samen te vatten:
Het begrip ‘gangbaar geld’ laat ruimte voor andere geldvormen dat wettige betaalmiddelen
Bitcoin is geen wettig betaalmiddel
Bitcoin is geen elektronisch geld in de zin van de Wft
Daaruit volgt dat Bitcoin geen gangbaar geld is.
Deze redenering is logisch gezien op zijn minst incompleet. De rechtbank besteedt bovendien geen enkele aandacht aan de volgende feiten, die in onze ogen zeker relevant zijn voor de beoordeling of Bitcoin ‘gangbaar geld’ is:
-
net als traditionele valuta kunnen Bitcoins gebruikt worden om betalingen mee te verrichten. Bitcoin wordt op steeds meer plaatsen geaccepteerd als betaalmiddel. Onder andere bij Thuisbezorgd.nl kan met Bitcoin betaald worden;
-
net als traditionele valuta gaat het niet om de intrinsieke waarde van de munt, maar om de nominale waarde van de muntsoort;
-
net als traditionele valuta wordt er gespeculeerd op waardestijgingen en waardedalingen van de muntsoort;
-
ook internationale, gezaghebbende organisaties in de financiële wereld, zoals de FinCEN, beschouwen Bitcoin als valuta. Niet lang geleden oordeelde een Amerikaanse federale rechter nog dat Bitcoins gezien moeten worden als geld; en
-
Bitcoin wordt in de Van Dale gedefinieerd als: “Virtuele munt waarmee men op internet voor bepaalde producten en diensten kan betalen.”
Helaas heeft de rechtbank het kennelijk niet aangedurfd om hierover een fundamentele beslissing te nemen. Lees hier het hele vonnis.
Door: Micha Schimmel en Anke Verhoeven