020 530 0160

Curator heeft geen recht op inzage in privémails

Gepubliceerd op 6 augustus 2019 categorieën ,

Bij een faillissement heeft de curator een aantal wettelijke rechten om informatie van de gefailleerde te verzamelen in te zien. Daartoe behoort het recht om de post van de gefailleerde in te zien. Na het uitspreken van het faillissement wordt een postblokkade ingesteld: de aan gefailleerde geadresseerde post wordt rechtstreeks naar de curator doorgestuurd door het postbedrijf. Recent heeft de rechtbank Oost-Brabant bevestigd dat het recht op inzage in e-mails voor de curator niet ongelimiteerd is.

In 2016 zijn een aantal Paradigit-vennootschappen in staat van faillissement verklaard, waarbij twee curatoren zijn benoemd. Een van de aandeelhouders van een Paradigit-vennootschap, SKP, is de eigenaar van de servers waarop zich onder meer de e-mailboxen twee statutair bestuurders bevinden. Deze bestuurders hebben hun e-mailboxen met de extensie @paradigit.nl gebruikt voor zakelijke e-mailberichten met betrekking tot de Paradigit-groep, waartoe behalve de failliete Paradigit-vennootschappen nog meer (niet-gefailleerde) entiteiten behoren. Daarnaast hebben zij de e-mailboxen ook in privé gebruikt.

De curatoren hebben vervolgens opdracht gegeven om de digitale administratie van de failliete Paradigit-vennootschappen veilig te stellen en de administratie beschikbaar te stellen aan de curatoren.

Een deel van de administratie heeft echter betrekking op de e-mailboxen van de twee bestuurders met de extensie @paradigit.nl. Zij hebben geweigerd de inhoud daarvan vrij te geven aan de curatoren.

Voor de rechter vorderen de curatoren onder meer een verklaring voor recht dat curatoren onbeperkte en onvoorwaardelijke inzage hebben in de e-mailboxen de twee bestuurders, als onderdeel van de administratie van de failliete Paradigit-vennootschappen. De curatoren stellen dat de e-mailboxen die gebruikt werden door de bestuurders van de failliete Paradigit-vennootschappen behoren tot de administratie van de failliete Paradigit-vennootschappen, in ieder geval voor zover het correspondentie betreft aangaande aangelegenheden van of met de failliete vennootschappen.

Van belang is met name artikel 92 Faillissementswet (Fw). Uit artikel 92 Fw vloeit de taak van de curator voort om onmiddellijk na zijn benoeming alles in het werk te stellen om – onder meer – de administratie en alle aanwezige informatie daarover veilig te stellen voor zijn latere onderzoek daarvan in het belang van de boedel. Tot genoemde ‘bescheiden en andere gegevensdragers’ behoren tevens digitale bestanden waarop zich dergelijke informatie bevindt. De vraag is echter of de curator op grond van artikel 92 Fw bevoegd is kennis te nemen van alle gegevens die veilig zijn gesteld.

Inbreuk op het privéleven van bestuurders

De bestuurders wijzen er onder meer op dat de e-mailboxen ook zijn gebruikt in privé en ten behoeve van alle maatschappelijke en zakelijke functies die zij bekleden of in het verleden hebben bekleed. Inzage in de e-mailboxen zou volgens hen dan ook een ongeoorloofde inmenging in hun privéleven opleveren (artikel 8 EVRM).

De rechtbank zoekt bij zijn beoordeling aansluiting bij het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 20 september 2000 (Foxley/Engeland). In dat arrest moest het EHRM zich uitspreken over het door de curator openen en lezen van brieven aan een failliet. Uit dat arrest blijkt dat de bescherming van de rechten van schuldeisers een legitiem doel is voor beperking van het grondrecht van artikel 8 EVRM. Het EHRM oordeelde dat kennisneming van de inhoud van de correspondentie is toegestaan voor opsporing van activa, maar dat dit wel gepaard moet gaan met adequate en effectieve maatregelen zodat de beperking van het briefgeheim tot een minimum wordt beperkt. De rechtbank is van oordeel dat dit ook van toepassing is in het geval geen sprake is van correspondentie door middel van brieven, maar via e-mail.

De rechtbank concludeert dat in deze zaak sprake is van privécorrespondentie in de e-mailboxen van de bestuurders. De curator heeft echter geen concrete grond aangevoerd waarom het in dit geval noodzakelijk is ook kennis te nemen van de privécorrespondentie, anders dan dat hij op grond van artikel 92 Fw daartoe bevoegd is. Het feit dat de bestuurders ervoor hebben gekozen om hun privémail te laten lopen via één en hetzelfde zakelijke e-mailadres doet daaraan volgens de rechter niets af. De rechtbank oordeelt daarom dat het belang van de bestuurders bij bescherming van hun privéleven en correspondentie zwaarder weegt dan het belang van de curator bij onbeperkte inzage in de e-mailboxen. De curator heeft dus geen recht op onbeperkte en onvoorwaardelijke inzage in de e-mailboxen van de bestuurders. De curator moet een accountant aanwijzen die een schifting zal maken in de correspondentie, waarbij privécorrespondentie niet aan de curator ter inzage mag worden gegeven.

 

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Lora

publicaties

Gerelateerde artikelen